Onderweg (Psalm 23)

Sommigen zeggen dat we in een vooroorlogse tijd leven.
Zoals de dertiger jaren in de vorige eeuw dat voor Nederland waren.
Overal zijn er grote conflicten, waarvan sommige ook nog met elkaar verbonden zijn
Het is hier (nog) geen oorlog, maar de dreiging is al wel voelbaar.
Er zijn vijanden die steeds meer gaan samenwerken.
Er is een bondgenootschap dat aarzelt om echt te hulp te komen.
Men is zo bang om de vrede te verspelen dat men politiek op kousenvoeten loopt.
De economie is bij tijden onrustig, al is er tot nog toe steeds snel herstel.
Het thema ‘oorlog’ is niet langer taboe.
Militaire duiders en generaals b.d. figureren in podcasts.
Politieke partijen van rechts tot links zijn het zomaar eens over defensie
en staan achter grote militaire uitgaven.
De cyberdreiging groeit, hackers proberen onze voorzieningen te laten ontsporen
en onze verkiezingen te beïnvloeden.
Dat kan je onrustig en bezorgd maken.

In de meimaand denken we terug aan de laatste oorlog op ons grondgebied.
Vierentachtig jaar geleden is het al weer.
Drie generaties kennen alleen de verhalen nog, de vierde werd om en nabij de oorlog geboren en heeft er maar flauwe herinneringen aan.
Van de vijfde generatie leven er nog maar enkelen.
Het zijn vooral hun verhalen waar we dit weekend aan terugdenken.
Op allerlei manieren werd het leven in ons land toen bedreigd:
We maakten een bij tijden genadeloze bezetter mee,
Het geluk zat ‘m nog slechts in de heel kleine dingen.
Niemand was echt veilig.
Rechtvaardigheid was een vooroorlogs begrip.
Zelfs de voedselvoorziening kwam in gevaar.
Voor het eerst in tijden kwam er in Nederland weer hongersnood.
Niemand in ons land was sterk genoeg om ons daartegen te beschermen.
Geluk, genade, rechtvaardigheid, veiligheid, rust en de voedselvoorziening,
Essentiele voorwaarden voor een gelukkig menselijk leven stonden onder druk.
Gaan we nu weer zo’n periode tegemoet?
Gelukkig is het (nog) niet zo ver!

Psalm 23 is een dierbare psalm onder ons christenen.
We lezen het lied in ziekenkamer en aan sterfbedden.
Ze spreekt ons van een herder die voor ons zorgt en dat ontzorgt ons.
Het hele mensenleven komt in dit lied voorbij:
geluk, genade, rechtvaardigheid, veiligheid, rust en de voedselvoorziening.
Juist alles dat in een oorlogssituatie bedreigd wordt.
Kan deze psalm in een oorlog nog troost bieden?
Maar hoe dan?
Juist dan zal het ons aan van alles ontbreken.
Zoals het nu de inwoners van Oekraïne, Israël, Gaza en Kongo aan van alles ontbreekt.
Hoe kan psalm 23 dan nog troosten.

Ik hoop jullie zondag te ontmoeten.

Geplaatst in Preken | Getagged , , | Een reactie plaatsen

Op het eerste gezicht (1 Sam. 16, 1-13)

Wie van deze mannen (zie onder) vertrouw je het meest?
Kun je uitleggen waarom?

Deze zondag gaat het over de eerste indruk en de waarde daarvan.
Over wat een mens uniek maakt.
Over wat een koning eigenlijk een goede koning maakt.
Over mensenkennis.
Over het verschil tussen God en mens.
En over ons uiterlijk dat in onze tijd zo belangrijk is geworden.
Er zijn nogal wat mensen die een kosmetische ingreep ondergaan.

Hoe we eruitzien speelt een grote rol in onze samenleving.
Niet omdat we dat willen, maar zo is het gewoon.
Kijk maar om je heen.
Ben je een mooi en aantrekkelijk mens?
Dan is jouw uitgangspositie in onze samenleving beter dan iemand die een goede studie gedaan heeft.

Hoe ga je daarmee om?
En kunnen we nog iets leren?

Samuël was al een oude ziener,
Maar op dit gebied moet hij nog veel leren.
En jij?

Geplaatst in Preken | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Blijf wakker! (Marcus 14 32-42)

Deze zondag vieren wij het Heilig Avondmaal.
Het is weer tijd om terug te denken aan de Heer Jezus’ lijden aan het kruis.
Alweer?
Nou wij doen dit nog helemaal niet zo vaak.
Er zijn kerken waar ze iedere zondag stilstaan bij het kruis.

Waarom toch zo vaak?
Het lijden van de Heer Jezus is nu toch achter de rug!
De verlossing is geweest.
En wij zijn -tenminste geestelijk- al opgestaan in een nieuw leven.
Op weg in het Koninkrijk van God.
Waartoe dient toch dat als maar terugkijken?
Zegt de Heer Jezus zelf niet: “Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het Koninkrijk van God” (Luk. 9, 62).

Tja het meest simpele antwoord is: omdat de Heer dit zelf als opdracht heeft gegeven.
“Doe dit (vier avondmaal) tot mijn gedachtenis.” (Luk 22, 19).
Net zoals Hij tegen zijn discipelen zegt: “Jullie zullen Mij allemaal afvallen.” (Mar. 14, 26).
Daarmee maakt Hij goed duidelijk dat Hij helemaal alleen voor ons het lijden ondergaat.
Je zou zeggen dat dit betekent dat wij het zelf toch niet kunnen. We kunnen de verlossing alleen maar van Hem ontvangen zoals we het brood eten en wijn drinken bij het avondmaal: we zijn te gast en eten wat de Gastheer ons voorzet.
Maar even goed roept Hij zijn leerlingen op -en ook ons- waakzaam te zijn.
In de Olijfgaard op de Olijfberg, Gethsemane komt Hij zelfs drie keer terug om te zien of zijn leerlingen met Hem wakker gebleven zijn. Nee, dus niet,
Maar Hij wist toch allang dat Hij alleen zou moeten lijden.
En wij kunnen toch alleen maar verlossing van Hem ontvangen.
Waarom moeten de leerlingen dan wakker blijven?

Het is goed Kim die dubbelheid eens tot ons te laten doordringen.

Daarom, zondag verder. Ik hoop jullie dan te ontmoeten.

Geplaatst in Preken | Getagged , , , | Een reactie plaatsen

Passie! (Mat. 26, 26-35)

3e zondag in de lijdenstijd - "Met vallen en opstaan (3)"

“Passie bracht ons hier!”
Zo laat de titelfoto van de preek onze deze week weten.
De vraag is natuurlijk waar.
We zien twee paar voeten op de tegels van een voornaam trottoir.
Is het de sidewalk van een boulevard?

“Passie bracht ons hier!”
Wat is het eerste waar je nu aan denkt?
Aan de reislust van twee mensen die na een lange reis eindelijk zijn aangekomen op het reisdoel waar ze al zolang naar toe wilden?
Aan het bedrijf naast deze sidewalk dat door de inzet en liefde van de medewerkers is geworden tot wat het nu is?
Of gaat het over de inwoners van deze stad die in de loop van de tijd samen veel bereikt hebben in de opbouw van de stad waar ze nu wonen.

“Passie bracht ons hier!”
Dat spreekt ons aan. Het is immers een inspirerende uitspraak die vooruitgang beloofd, als beloning voor de liefde en de inzet waarmee door allen aan die toekomst hebben is gewerkt en -niet te vergeten- waar iedereen -door alle tegenslagen heen- is in blijven geloven. Dat inspireert ons. Het getuigt van een levensdoel, van trouw, van uithoudingsvermogen, van doorzetten en van het uit eindelijk doel dat we daarom bereiken.
Ja ‘passie’ is een positief woord.

“Passie bracht ons hier!”
Zouden we dat ook over ons geloof kunnen zeggen?
En wat betekent het dan?
De passie voor God brengt ons samen in aanbidding bij elkaar?
De passie voor de Heer Jezus trekt ons naar het doopvont waar
zondag Laurens Daniël Verbakel gedoopt wordt?
Of…

Zondag verder, ik hoop jullie te ontmoeten in deze feestelijke dienst.

Geplaatst in Preek | Getagged , , , | Een reactie plaatsen

Levende steen (Mat. 16, 13-23)

Levend en steen lijkt in tegenspraak met elkaar.
Rots staat voor ‘vast’, ‘onbeweeglijk’ en ‘onwrikbaar’.
Steen associeer je eerder met de roerloosheid van de dood,
dan met de beweeglijkheid van het leven.

Steen kan de tijd doorstaan: duizenden jaren later is het er nog!
Zo kun je nog steeds op bezoek bij Stonehenge, een overblijfsel uit de wereld van de Prehistorie.
Niemand weet precies wat die enorme stenen betekenen.
Het monument ligt rotsvast in het Engelse landschap al eeuwen op dezelfde plaats.
Maar geen mens uit die periode leeft nog om ons te kunnen vertellen wat dat nu precies voor functie had. Het leven is er allang uit.

Jezus legt Simon, als rots, vast in het fundament van zijn kerk.
Je zou dat kunnen beleven alsof Petrus wordt gevangengezet.
Rotsvast gelegd kan hij immers geen kant op
Net zoals onze tijdgenoten worden wij liever niet vastgelegd.
We houden er niet van, lang op de zelfde plaats te moeten blijven.
Behalve als we thuis zijn misschien.
Ook trekt het ons niet zo om onszelf vast te leggen op een verplichting of een taak.
We ondernemen liever een kortdurend project, om ons daarna weer op iets anders te kunnen richten.
Liever een onderneming waar dynamiek in zit, dan een jarenlange verplichting als blok aan je been.

Zondagmorgen bevestigen we vijf nieuwe ambtsdragers.
Ze komen vast te liggen in op een centrale plek in de structuur van onze gemeente.
Wat zouden hun gevoelens daarbij zijn?
Maken zij zich zorgen over de vaste verplichtingen die zij de komende jaren hebben?
En wat zijn jullie gevoelens daarbij?
Dankbaarheid dat de kerkenraad weer compleet is?
Of ook opluchting dat het dit jaar jullie deur is voorbijgegaan?
Gelukkig maar, het zijn anderen die vastgelegd worden?
Je moet er niet aan denken vast te zitten in zo’n zware verplichting.

En Simon, zag men dat in zijn tijd anders?
Wilde hij niets liever dan vastgeklonken zitten aan zijn Heer.
En was hij vereerd met de positie die zijn Heer hem als Petrus gaf.
Of schrok hij ook wel van wat zijn Heer tegen Hem zei?
De Heer legt immers het gewicht van zijn hele kerk op de schouders.

Welke betekenis hechten wij aan de rots Petrus?

Geplaatst in Preken | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Daar heb ik nu zin-in-in!

“Daar heb ik nou zin-in-in”.
zegt het kleine meisje van de reclame.
Geen twijfel.
En ook geen tegenspraak!

Haar papa moet met haar mee doen.
Of hij er zelf zin in heeft of niet.

Samrawit heeft er ook zin in.
Het plezier spat van de foto op de uitnodiging af.
Zou ze er altijd zoveel zin in hebben
of ook wel eens helemaal niet?

Hoe is dat eigenlijk met jou?’
Waar kunnen ze jou midden in de nacht voor wakker maken?’
Voor een ontmoeting met je favoriete sportheld?
Voor een zak schuimpjes?
Voor…
Het hangt er maar vanaf waar jij zin in hebt!, denk ik!

Maar ’t kan ook andersom.
Waar heb je beslist géén zin in?
En, als je een belangrijke keuze moet maken,
weet je dan wat jij moet kiezen?
Of vind je dat maar lastig.
Weet jij wat een zinnige keus is?

‘Zin’ is maar een klein woordje.
Maar is het heeft veel betekenis.
Het hangt van zin af, of jij verder kunt.
Immers als je geen zin meer hebt,
Dan komt jij je bed niet meer uit ’s morgens.
Want daar moet je toch een reden voor hebben?

Soms heb je er geen zin meer in.
Bijna zolang als je kunt bedenken zit je al op school.
En als je vooruitkijkt moet je ook nog ja-ren naar school.
Zucht…,
Nog jaren lessen volgen, huiswerk maken, SO’s en toetsen.
Hoelang hou je dat nog vol?
En daarna, een leven lang werken.
Terwijl je eigenlijk niet eens goed weet wat je nu echt leuk vindt.
Een leven lang de zin er van kunnen inzien,
kan dat eigenlijk wel?

Kan je geloof in God je daarbij helpen?

Ik nodig je uit om zondag een wandeling met me te maken.
Dan kunnen we het er eens over hebben.
Ik hoop je dan te zien!

Geplaatst in Preken | Getagged , , , | Een reactie plaatsen

‘Vreemde invloeden’

“Vreemde invloeden’ dat klinkt wat dreigend.
Vreemd is immers niet vertrouwd.
Het kan zo maar zijn dat die onbekende invloed een verkeerde invloed is.
Dat we ons vertrouwde ’thuis’ kwijtraken.

Sommigen van onze landgenoten maken zich zorgen over vreemde invloeden.
Zij houden vreemdelingen daarom liever buiten onze grenzen.
We zouden onszelf nog kwijtraken in die overvloed van vreemdelingen.
Wat halen we onder onze dakpannen met al die vreemdelingen?

Misschien zijn wij mensen wel zo,
dat we -afgezien van wat uitzonderingen- het liefst een vertrouwde leefwereld om ons heen willen.
Er is in de loop van de jaren immers heel wat veranderd.
Wie het nog meegemaakt heeft, die weet nog dat we allemaal AGV aten: aardappels, groente en vlees. Bijna zeven dagen per week.
Soms soep, enkel rijst (met boter en suiker), en enkel macaroni (met smack en tomatenpuree).
Groningers aten ‘poffert’, Rotterdammers ‘ketelkoek’.
Heel overzichtelijk, vergelijk dat eens met vandaag met al die pasta’s, pizza’s, paella’s, curry’s, shoarma’s, enz. enz.
Is er nog wel een Nederlandse keuken?

Wat voor ons eten opgaat, gaat voor veel meer op. Onze leefwereld is flink veranderd en lang niet alles dat nieuw is komt uit ons eigen land.
Ook in Bijbelse tijden maakte men zich zorgen over vreemde invloeden.
Samenleven met de omringende volken was strikt verboden. Je zou hun gewoonten in godsdienst en levensstijl maar overnemen!

Ruth en Orpa konden maar beter in Moab blijven, lezen we in het eerste hoofdstuk van Ruth, het bijbelgedeelte dat centraal staat zondag. Het is het beste advies dat Noömi kan bedenken als het om haar schoondochters gaat. Een beetje vreemd, immers Noömi was zelf een migrant in Moab, maar toch had ze waarschijnlijk gelijk. Ze zegt het hen vanuit de liefde die ze voor hen voelt.
Ruth en Orpa zouden als Moabitische weduwen met wantrouwen bekeken worden in de samenleving van de Judese stad Bethlehem.

Toch staat ook in de wet van God: ‘iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken.’ [Lev. 19, 33].
Wat is nu het verhaal als het om vreemdelingen gaat?
Dat zou best eens kunnen samenvallen met het verhaal van Ruth.
Zondag verder.

Geplaatst in Preken | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Met alle macht (Psalm 8)

Wie heeft de macht?
‘Macht’, vind ik niet zo’n fijn woord.
Laat staan: ‘machthebber’ of de uitdrukking ‘in de macht zijn van’.
Want is het niet zo dat macht mensen corrumpeert?
Met macht komt een hoop ellende mee:
misbruik, uitbuiting, onrecht en onderdrukking.

Hoort onze God eigenlijk wel thuis in dat rijtje met machthebbers?
Als Jezus ‘de heerser over de vorsten van de aarde’ (Open. 1,5) wordt genoemd,
word ik daar op een bepaalde manier niet blij van.
Want dan staat Hij ineens in het rijtje met Poetin, Xi en Trump.
En al staat Hij dan vér boven hen in macht.
Hij wordt hier ‘de heerser over hen’ genoemd.
En in de woorden ‘heerser’ en ‘macht’ komen zoveel negatieve connotaties mee.

Leert de Heer ons niet ‘onze vijanden lief te hebben’,
’te bidden voor wie ons vervolgen’ en niet te vergeten: ‘de andere wang toe te keren als we op de ene geslagen worden’. Hij zegt toch dat Hij niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen…’ [Mat. 20:28]

Een lied dat de macht van de Heer verheerlijkt, kan dan ook vreemd op ons overkomen.
‘Alles buigt voor koning Jezus’, de ‘held die voor ons strijd’, die bolwerken slecht,
Voor eeuwig de heerschappij heeft, een troon heeft die onwankelbaar staat, met ongeëvenaarde kracht heerst en als ‘Jezus, overwinnaar’ is.
Zijn dat nu woorden die bij de zachtmoedige koning die op een ezel Jeruzalem binnenrijdt passen?
Is dit de man die oproept de kinderen bij Hem te laten komen.’

En dan nu: “HEER, onze Heer,
Hoe machtig is uw naam
Op heel de aarde”. [Psalm 8, 2 en 10].
Past dat nu bij onze Heer?

Geplaatst in Preken | Getagged , , , | Een reactie plaatsen

Géén sterk verhaal

Het verhaal van Simson klinkt als een sterk verhaal.
Een krachtpatser die alles dat hem te na komt verscheurt, verslaat en verplettert.
Hij wreekt wat hem als onrecht is aangedaan.
Keer op keer weer.
Uiteindelijk zijn de vijanden van Israël verslagen.

Is dit een sterk verhaal?
Op het eerste gezicht misschien.
Maar als je langer blijft kijken komen er vragen.
Wat doet een vrouwonvriendelijke macho eigenlijk in Gods verhaal?
Komt Gods Koninkrijk dan toch met kracht en geweld?
Wat is aan het einde van dit verhaal de winst?
Immers bijna alle christelijke waarden zijn hier gesneuveld.
Het einde is dood en verderf.
Is dit nu een sterk verhaal of gaat het hier eigenlijk over zwakte?
Wie is nu eigenlijk de held van deze geschiedenis?
Is er wel een held?

Zondag vieren we het avondmaal.
Dat gaat over een heel ander verhaal.
Opnieuw proeven we van Golgotha.
Van vernedering en verlies.
Wie het ziet schaamt zich voor het decorumverlies van de Heer Jezus.
Wie het proeft smaakt de vieze smaak van vernedering en ondergang.
Kan deze geschiedenis troosten en hoop geven?
De herinnering hieraan kan ons toch nooit goed smaken
Maar hier is het einde: leven en herstel van alle waarden,
verheerlijking en vrede.
En dat smaakt naar méér.

De beide verhalen zijn als dag en nacht.
Of is er toch iets wat hen verbindt?

Geplaatst in Preek, Preken | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

De weg naar herstel (V)

De afgelopen zomer heb ik mijn studieverlof besteed aan het thema ‘verzoening’. Daarbij kwamen ook allerlei verwante thema’s als ‘vergeving’, ‘herstel’ e.a. vanzelfsprekend naar boven. In een aantal afleveringen van deze blog geef ik enkele inzichten weer die ik tijdens dit verlof heb opgedaan.
Deze keer over de weg naar herstel die veel verder loopt dan het punt van vergeving.

Rachael Denhollander, een slachtoffer van seksueel misbruik schrijft:
“Je hebt nog niet voldoende vergeven en ook te weinig vertrouwen tot je dankbaar kunt zijn voor het kwaad dat je is aangedaan.”
Is dat echt wat vergeving betekend? Het was niet goed, maar ik hoorde het zo vaak van mensen met geestelijke autoriteit dat ik me alleen voelde in mijn verdriet.”

(Geciteerd via Keller p. 93).

Een extreem voorbeeld uit de Verenigde Staten. Men kan zich nauwelijks indenken dat dit zich ook in ons land en in onze verhoudingen zo radicaal zou voordoen.
Denhollander is advocaat, gespecialiseerd in misbruikzaken en zelf helaas ook ervaringsdeskundige. In haar contacten met kerken kwam ze veel – in haar ogen- verkeerd omgaan met seksueel misbruik tegen. Het was bijna routine dat misbruikslachtoffers de raad kregen om te vergeven en te vergeten; om niet luisteren als er alarm werd geslagen over iemands gedrag; ja zelfs om politieonderzoek te veroordelen of te verhinderen.
Denhollander ziet als achtergrond hiervan de leer van de kerk over concepten als eenheid, vergevingsgezindheid en genade, die resulteerde in de ‘pastorale praktijk’ dat de plegers het misbruik werd vergeven terwijl slachtoffers het zwijgen werd opgelegd, omdat het blijven vasthouden aan het misbruik als ‘bitter’ werd gekarakteriseerd (Keller p. 92).
Je mag vrezen dat -zo beschreven- deze benadering ook in de Nederlandse verhoudingen niet ondenkbaar is. Ook in andere dan misbruikzaken zal er vaker op aangedrongen worden om te vergeven omdat anders bitterheid wortel schiet. Vergeving is zo gezien niet alleen eenzijdig, maar wordt ook los gezien van verzoening, heling en herstel.
Meer nog, het onrecht verdwijnt achter de vergeving, zonder dat het onthuld, erkend, beleden is. De vraag laat zich stellen: als het kwaad zo is toegedekt, blijft het op deze manier dan geen rol spelen in de relatie?

Hoewel we in de Bijbel indrukwekkende voorbeelden van vergeving tegenkomen, lijken die in geen geval het toedekken van onrecht in te houden. Zelfs twee, veel aangehaalde, voorbeelden verwijzen naar expliciet onrecht dat in het openbaar en dus voor iedereen waarneembaar, op datzelfde ogenblik gebeurt en hebben niet als doel dit onrecht toe te dekken, maar -zo komt het op mij over- de vergelding van God van het grote onrecht van dat moment te voorkomen. Zowel Jezus in Luc. 23, 24 als Stefanus in Han. 7, 60 roepen op tot vergeving op het moment dat hen groot onrecht aangedaan wordt dat voor iedereen zichtbaar is.
Het lijkt dan ook niet terecht je op deze teksten te beroepen om iemand te bewegen eenzijdig te vergeven zonder dat het onrecht benoemd en beleden wordt. Vooral omdat in andere bijbelgedeelten waar van vergeving sprake is het onrecht altijd duidelijk benoemd wordt.
Als Petrus wordt voorgehouden tot zeventig maal zeven maal te vergeven, volgt daarop een gelijkenis waarin sprake is van een publieke schuld en het ook in de openbaarheid indringend vragen om vergeving (Mat. 18, 23v).
Het lijkt me dan ook niet terecht slachtoffers van welk onrecht dan ook, te bewegen het onrecht eenzijdig te vergeven, zoals de Heer Jezus en Stefanus deden, als dat in feite het toedekken van het onrecht inhoudt.

Een hoger doel
Als vergeving het hoogste doel is en niet verzoening of herstel, dan zou dat zeer veel geloofskracht van het gelovige slachtoffer vergen. Immers het onrecht blijft niet alleen gedaan, maar a.h.w. ook onaangedaan bestaan. Het gelovige slachtoffer moet de kracht opbrengen om dat wat blijft bestaan van zijn kant los te laten en niet aan te rekenen aan de dader.
Is het niet aanrekenen van pijnlijk onrecht dat is aangedaan al niet een behoorlijk zware opgave, dan is vergeven zonder dan het onrecht benoemd en beleden wordt nog moeilijker. Het kwaad wordt immers toegedekt en blijft onder de oppervlakte bestaan. De gelovige moet niet alleen de dader vrijuit laten gaan, maar ook het onrecht laten zitten en verder met zich mee dragen.
Dat vraagt heel veel kracht, zelfs al wil de Vader je door zijn Geest sterk en moedig maken.

Maar dit is niet alleen van een gelovige veel gevraagd maar ook veel gevraagd van God!
Moeten we aannemen dat Hij die zijn Zoon liet overleveren om een einde te maken aan het kwaad, het onrecht onbeleden in allerlei menselijke relaties wil laten zitten? Is het Gods weg dat de slachtoffers en het grote Slachtoffer de rekening voor het kwaad krijgen zonder dat dit werkelijk benoemd, beleden, betreurd, berouwd zal worden? Vraagt Hij de slachtoffers zich in feite te verzoenen met het onrecht dat hen is aangedaan?
Het lijkt slecht te passen bij het doel dat de Heer zichzelf stelt: een einde te maken aan al het kwaad in zijn schepping. Oud- en Nieuw-Testamentische profetieën stellen dat immers als het hoogste doel van Gods optreden voor. Immers kunnen in zijn nieuwe schepping wolf en lam niet samen weiden omdat niemand kwaad doet, niemand nog langer onheil sticht (Jes. 66, 25). Verschijnt onze prachtige toekomst, het Nieuwe Jeruzalem, niet vanuit de hemel met de woorden: “God zelf zal bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.” (Open. 21, 2-4).
Het één: vergeven als het toedekken van onrecht, en het ander: het verlossen van onrecht, lijken niet bij elkaar te passen. De Heer heeft een veel hoger doel met zijn schepping voor ogen dan alleen het vormen van sterke gelovigen die het onrecht kunnen verdragen en vergeven. Hij wil dat het onrecht verdwijnt zodat het niet meer gedragen behoeft te worden. Niet door slachtoffers, maar ook niet door de daders.
Vergeving als het niet aanrekenen van onbeleden onrecht kan daar alleen maar een eerste stap in zijn. Een stap gezet uit nood, die in feite schreeuwt om de vervolgstappen: belijden, berouwen en herstel.

Vergeving als de eerste stap
Relaties waaruit alle vormen van onrecht en kwaad zijn verdwenen, vragen om meer dan slechts het verdragen en laten zitten van het onrecht.
De eerder genoemde schrijvers zijn ook die mening toegedaan. Volf begint bij de uitsluiting die vaak het gevolg is van aangedaan onrecht (Exclusion). Immers voor de slachtoffer(s) is de wederkerige relatie met de dader(s) verloren gegaan. Onrecht duwt mensen uit elkaar en sluit dikwijls een normaal vervolg van de relatie uit. Het leven gaat verder zonder de ander(en). Volf kon niet berusten in een wereld zonder de anderen. Hij zoekt naar solidariteit met het slachtoffer aangevuld met de verzoening met de daders (Volf p. 12). Hij streeft uiteindelijk naar het opnieuw in de armen kunnen sluiten van de daders (Embrace). Maar om zover te kunnen komen is de strijd tegen bedrog, onrecht en geweld onontkoombaar (Volf p. 19).
Tussen de beide uitersten van Uitsluiting en Omhelzing zit een grote spanning en dat vraagt om het zorgvuldig afleggen van een route naar daadwerkelijke verzoening.
Bij Welby gaat verzoening zelfs vaak vooraf aan vergeving. Eerst stoppen we met het aandoen van kwaad en gedragen we ons weer ‘normaal’. Vanuit die stap in vertrouwen komt vergeving ook weer in zicht en dus ook recht en waarheid (Welby p. 264v). Hoewel de volgorde anders is, zijn vergeving en verzoening ook hier stappen in een groter proces op weg naar herstel.
Tutu ziet eveneens een langere weg voor zich. Zijn weg volgt weer een andere route: het vertellen van het verhaal, het benoemen van de pijn, het vergeven van het onrecht en de mogelijke verzoening (Tutu, p. 46). Opnieuw is het einddoel herstel.
Bij Keller tenslotte, vraagt vergeving uiteindelijk ook om uitbreiding in de richting van wederzijdse verzoening (Keller, p. 183v.)

Conclusie
In gesprekken onder christenen komt het thema vergeving nogal eens geïsoleerd naar voren. Los van het te vergeven onrecht, los van de mogelijk te herstellen relatie, los van Gods bedoeling met onze schepping.
Op zijn slechtst verwordt vergeving tot een eis van God aan het slachtoffer om het onrecht maar los te laten, op z’n best vraagt het om een krachtige stap in geloof, zonder dat er inspanning voor recht en herstel wordt gedaan. Op deze manier is vergeving vooral een individuele stap die een gelovige alleen moet doen vanuit de kracht van het persoonlijke geloof die dan -ware het mogelijk- tot herstel van de relatie zal leiden. Het gewicht van dat herstel wordt dan met name door het slachtoffer gedragen.

Het samenleven in de bijbel is minder individueel dan we in onze huidige samenleving vaak zien. In de bijbel worden eerder gelovige gemeenschappen beschreven dan het persoonlijk geloof van individuen.
Geloven is een veel gemeenschappelijker gebeuren dan het nu vaak is. De gemeenschap wordt eerder aangesproken dan het individu. Vergeving is in dat kader een minder individuele oproep en een meer gemeenschappelijk streven waarin hoor- en wederhoor, dader en slachtoffer, getuigen en de openbaarheid in de gemeenschap allemaal een plaats hebben.
Vergeving is in die wereld niet de eenzame opdracht aan de enkeling, maar een gezamenlijke stap in een gezamenlijke reis naar herstel. Op die weg zijn ook andere stappen van belang en is verzoening en heling het ultieme doel.

Op deze manier wil ik de reis vervolgen, maar waar begin je eigenlijk?

Geplaatst in Verzoening, Wiebslog | Een reactie plaatsen