De afgelopen zomer heb ik mijn studieverlof besteed aan het thema ‘verzoening’. Daarbij kwamen ook allerlei verwante termen als ‘vergeving’, ‘herstel’ e.a. als vanzelfsprekend naar boven. In een aantal afleveringen van deze blog geef ik enkele inzichten weer die ik tijdens dit verlof heb opgedaan. Deze keer: de aanleiding.
“Ik vergeef je”, zei hij, bijna terloops. Hij had het gesprek aangevraagd. Maar waar hij nu -midden in dit gesprek- op doelde begreep ik niet. Hij had me nergens voor verantwoordelijk gehouden, maar dat deed hij in gedachten kennelijk wel. Ik was me niet bewust van schuld tegenover hem en had hem ook niet om vergeving gevraagd. Te verbaasd om er op in te gaan, liet ik het moment voorbij gaan.
Het bovenstaande is een voorbeeld van één van mijn ervaringen met vergeving in de praktijk. De betekenis van het woord ‘vergeven’ is wel zo ongeveer duidelijk. Je rekent een medemens niet langer aan waar die zich tegenover jou aan schuldig heeft gemaakt. Het belang ervan is in een christelijke gemeenschap ook duidelijk. We zijn volgelingen van de Heer Jezus die ons onze zonden heeft vergeven en zo de weg naar God weer vrij maakte. We weten van de Heer dat Hij van ons verwacht dat wat wij van Hem ontvangen -vergeving- ook aan onze medemensen zullen willen geven. Hij leert ons bidden: “vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij onze schuldenaren vergeven.” Een heldere opdracht, die niet wegneemt dat de praktijk van wat vergeving nu eigenlijk inhoudt soms heel onduidelijk is.
In mijn ervaring komt vergeving soms ineens uit lucht vallen, zoals hierboven. Maar ik heb ook wel meegemaakt dat ik van iemand het advies kreeg dat “we elkaar maar moesten vergeven.” De spreker doelde op mij en op een ander die op dat moment niet bij het gesprek aanwezig was. De aanleiding voor zijn raad was duidelijk: de ander en ik waren op dat moment niet echt ‘on speaking terms’, zoals de Engelsen dat zo beheerst uitdrukken. Dat hij die vergeving heel graag wilde zien, was ook heel duidelijk! Van zijn oprechtheid was ik overtuigd. Alleen, hoe hij zich voorstelde dat ik zijn advies zou moeten opvolgen, was me volkomen onduidelijk. Kun je ‘elkaar’ dan vergeven?
Ook heb ik wel horen zeggen dat vergeving voor ons een opdracht is, net zoals de Heer Jezus voor zijn vijanden om vergeving vroeg terwijl Hij nog aan het kruis genageld was: “Vader vergeef het hun, zij weten niet wat ze doen!”
Het maakt diepe indruk wat de Heer Jezus hier vraagt. Dat Hij terwijl Hij een groot en zeer pijnlijk onrecht ondergaat alleen al denkt aan vergeving, ja nog meer, er zijn Vader om bidt. Dat is werkelijk bovenmenselijk. Maar is daarmee nu gezegd dat wij dit in vergelijkbare omstandigheden allemaal moeten kunnen en ook allemaal moeten doen? Vraagt de Heer van ons bijna bovenmenselijk te kunnen zijn? Moeten we zo boven het onrecht staan, dat dit ons niet meer raakt? Maar mag je je dan helemaal niet verweren tegen iemand die je onrecht doet? Is vergeving achteraf je enige verweer?
We kunnen met elkaar heel hooggestemd over vergeving spreken, maar is dat niet te beladen voor wie werkelijk veel te vergeven heeft? We leven in een wereld waar mensen elkaar het vreselijkste onrecht aandoen en daar in veel gevallen geen spijt van lijken te hebben.
Meer dan dat, wat verstaan we eigenlijk onder vergeving? Is het eenzijdig, iets dat je ongevraagd doet, misschien zelfs wel in de beslotenheid van je gebed zonder de persoon in kwestie te spreken. Of vergeef je pas echt als je dat uitspreekt in aanwezigheid van de ander? Maar is dat dan niet te gemakkelijk voor de ander: mag je niet verwachten dat die tenminste het onrecht erkent en je om vergeving vraagt?
En wat zijn de gevolgen van vergeving? Is na het vergeven het onrecht tussen mij en de ander verdwenen? Je hoort nogal eens zeggen: “het is wel vergeven, maar niet vergeten!” Maar wat is er dan veranderd na de vergeving? De misdaad blijft in de herinnering aan de ander vastzitten. Zijn de verhoudingen met de ander dan weer hersteld of ga je die ander in het vervolg toch maar liever uit de weg.
Is, als we zeggen te vergeven, dat dan ook werkelijk vergeving of is de vergeving pas geslaagd als er verzoening die op termijn tot herstelde verhoudingen leidt?
Maar dat is toch heel veel gevraagd! Lang niet iedereen zal dit zo kunnen!
Verzoening staat centraal in het christelijke geloof. Vooral van de verzoening door onze God, zijn we helemaal afhankelijk. Zonder dat helemaal te kunnen doorzien, zijn we daar diep en diep van overtuigd. Maar het is mijn ervaring dat als we over onderlinge vergeving, verzoening en herstel in gesprek komen er gemakkelijk verwarring ontstaat. Verstaan we hetzelfde onder vergeving? We lijken allemaal iets anders te bedoelen. Mag je vergeving geslaagd noemen als verzoening niet het gevolg is? Kan er zonder daadwerkelijke verzoening wel echt herstel zijn? Mag men de verhoudingen in een hele gemeenschap verzoend noemen en van herstel van verhoudingen spreken, zonder dat daar een zorgvuldig proces van verzoening aan voorafgaat?
Het lijkt me dat het helpt wanneer we proberen termen als vergeving en verzoening nauwkeuriger te omschrijven en te streven naar consensus als het hierom gaat.
Winst lijkt het met ook om nader te omschrijven wat we beogen als we op zoek gaan naar vergeving. Is het eigenlijk mogelijk om alles te vergeven?