Eindelijk is er zondag weer een jongerendienst. Deze dienst begint met een stevige vraag aan ons allemaal: “Wie is Jezus?” Natuurlijk kennen we (bijna) allemaal het antwoord uit het boekje wel: ‘Jezus is de Zoon van God en Hij heeft voor ons geleden en is gestorven voor onze zonde, en weer opgestaan in een nieuw leven’ Maar het gaat deze zondag niet om het antwoord uit het boekje, het gaat om jouw antwoord: ‘Wie is Jezus (voor jou)?
Daar zit eigenlijk een andere vraag achter: ‘Wat verwacht jij dat de Heer Jezus voor je kan doen?’ of: ‘Waar hoop je op als het om Jezus gaat?’
Mensen in Jezus’ tijd gaven daar heel verschillende antwoorden op. Lees het gesprek in Mat. 16 13-21 maar eens:
13 Jezus en de leerlingen kwamen in de omgeving van Caesarea Filippi. Jezus vroeg aan de leerlingen: ‘Wat zeggen de mensen over mij, de Mensenzoon?’
14 De leerlingen antwoordden: ‘Sommige mensen zeggen dat u Johannes de Doper bent. Anderen zeggen dat u Elia bent. Weer anderen zeggen dat u Jeremia bent, of een andere profeet van vroeger.’
15 Toen zei Jezus: ‘En wie ben ik volgens jullie?’
16 Simon Petrus antwoordde: ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God.’
17 Jezus zei tegen hem: ‘Dat heb je niet gehoord van een mens, maar van mijn Vader in de hemel. Daarom ben je een gelukkig mens, Simon, zoon van Jona! 18 En ik zeg je: Jij bent Petrus, de rots. Op die rots zal ik mijn kerk bouwen. Mijn kerk zal er zijn zolang deze wereld bestaat. 19 Aan jou geef ik de sleutels van de poort naar de nieuwe wereld. Want de besluiten die jij hier op aarde neemt, zullen ook geldig zijn in de hemel.’
20 Daarna zei Jezus tegen de leerlingen: ‘Vertel aan niemand dat ik de messias ben!’
Wat maakt dat nu eigenlijk uit, wat mensen zeggen over wie Jezus is? Hij wordt daar toch geen andere persoon van. Hij blijft wie Hij is, wat de mensen ook van Hem denken… Maakt het Hem wat uit wat jij van Hem denkt?
Dat is net zo’n vraag als: ‘maakt het wat uit of je naar tandarts of naar de loodgieter gaat? Snappen jullie?
Ik hoop dat er heel wat van jullie in de dienst komen. En die begint natuurlijk met de vraag: “Wie is Jezus voor jou?”
Aren’t we all sinners? Zijn we niet allemaal zondaars?
Deze spreuk (zie de foto) komt op mij vergoelijkend en uitnodigend over: “Kom., kom, we zijn toch allemaal zondig! Daar kan er nog best wat bij! Ga zitten en neem er nog eentje?” Geen spreuk voor mensen die heel erg met hun zonden zitten. Ze hebben zich er bij neergelegd. Daar doe je niks aan, zo is een mens nu eenmaal.
Zo dacht Simon de Farizeeër niet! (Lucas 7: 31v) Integendeel! Zonde moet je zoveel mogelijk zien te voorkomen. Hij deed daar zelf zijn best voor. Als richtlijn daarvoor hanteerde hij de wet van God. De zonde ging hij zoveel mogelijk uit de weg en hij was er een heel eind in gekomen. Zo zag hij zichzelf ook, al een rechtvaardige die de zonde uit de weg gaat.
De vrouw uit deze geschiedenis dacht ook beslist niet zo. Ze ging gebukt onder een diep schuldgevoel tegenover God. Ze voelde zich niet alleen aan de zelfkant van het leven staan, Maar ook door God verstoten. Totdat…
Hoe zou je het vinden als je Jezus zou tegenkomen in het echte leven? Je zou kunnen wegdromen bij dat idee! Wat zou je Hem allemaal niet persoonlijk kunnen vragen! En toch hebben veel mensen in zijn tijd het er maar moeilijk mee als ze hem tegenkomen. Zelfs de mensen die hem goed kennen, zoals zijn eigen dorpsgenoten van vroeger. Het is toch fijn als een plaatsgenoot van vroeger nog eens langskomt in zijn oude dorp. Helemaal als hij al een zekere regionale bekendheid heeft gekregen. Toch iets om trots op te zijn! Het is er toch maar een die tussen ons is opgegroeid, toch maar één van ons. Maar in Nazareth zijn ze eerst weliswaar zwaar van Jezus onder de indruk. En toch duurt het maar even of ze gaan zich aan hem ergeren en niet zo’n klein beetje ook. Maar dat is toch gewoon de timmerman…
Jezus gaat van het spreekwoord uit dat een profeet in zijn woonplaats nooit geëerd wordt. Waarom is dat dan zo?
Op de eerste zondag in de lijdenstijd, het eerste antwoord op de vraag ‘Wie Jezus is’: ‘Een van ons”. Maar worden we echt blij van dat antwoord? We bidden wel eens of God je hart en je leven wil vullen. Maar weten we dan eigenlijk wel wat we vragen. Kunnen we de Heer wel verdragen als Hij zo dichtbij ons komt?
Ik zag hem helemaal inelkaar zitten op de puinhopen. Het hoofd in zijn handen, ongeschoren wangen, verwilderd. Toen hij de hulpverleners zag keek hij op: paniek in zijn ogen. Met handen, voeten en stemverheffing probeerde hij de buitenlandse hulpverleners van zijn nood te overtuigen. Hier bij hem moesten ze helpen, een kraan moest er komen! De hulpverleners keken triest en ongelovig naar de stapel betonvloeren die er nog over waren van het appartementencomplex waar hij en de zwijnen gewoond hadden. Ze hadden weinig, zo niet geen hoop dat daar nog leven te vinden zou zijn. Maar de man wilde de hoop nog niet opgeven, hadden ze dan niet een drilboor voor hem dan ging hij zelf wel kijken. Nee, die hadden ze niet beschikbaar. De hulpverlener in de oranje jas schudde triest zijn hoofd. De schouders van de man zakten naar beneden, de hoop vloeide weer uit hem weg.
We zien het overal om ons heen: oorlog, rampen en ziekte. Mensen worden in korte tijd soms ongelooflijk geraakt. Wij, de gelukkige uitzonderingen, kijken met een brok in de keel ademloos toe. Hebben we hen behalve medeleven nog iets te bieden, is er hoop voor hen, voor ons?
De reis van het net vrije volk Israël liep al snel dood in de zee en achter hen kon je aan de horizon de stofwolken van het massale leger van Egypte zien. Modern, snel, zwaar bewapend en niet te ontlopen. Is er nog hoop voor hen. Ja!
Is er troost aan het avondmaal te vinden? Ja! Is er hoop voor deze wereld. Ja!
Deze zondag is een speciale zondag. De zondag van de kerk en schooldienst. Voor het eerst sinds Corona weer in bijna alle kerken van Ermelo. Dit jaar krijgen wij kinderen van de Ireneschool op bezoek. Zij zijn uitgenodigd voor een feest. Iedereen mag komen.
Het bijbelverhaal (Luc.14, 15-24) gaat ook over een feest. Over een sjieke maaltijd met allemaal belangrijke gasten. De gastheer zal wel blij zijn: iedereen die wat voorstelt is er, zelfs de Heer Jezus. Maar Hij is op dit feest niet de belangrijkste gast. Die zit naast de gastheer. De gasten zijn heel blij… met zichzelf. Kijk ons nu eens zitten. Dat moet toch een prachtig gezicht zijn, al die belangrijke mensen bij elkaar. Later, als de tijd van Gods Koninkrijk gekomen is, zullen we vast ook zo bij de Heer aan tafel zitten.
Maar de Heer zit al aan tafel. Als Hij het feest georganiseerd zou hebben, wie zou Hij dan uitgenodigd hebben?
En nu gaan er tanks naar Oekraïne! Iemand vroeg zich af of er nog een weg terug is. Voor Poetin, voor ons? De toon is gezet: één van de twee moet het winnen: het brute geweld van de dictatuur van Poetin of de waarden van het democratische, vrije Westen. Is er nog een weg terug?
Op het eerste gezicht niet!
Kon Farao nog terug? Het volk met een immigratieachtergrond groeide en groeide maar. Straks zouden er meer Hebreeën dan Egyptenaren zijn! Om dat te voorkomen waren er ingrijpende maatregelen nodig. Een immigratiestop zou niet meer helpen: de Hebreeën woonden al in het land. Als het zo door ging zouden ze steeds meer ruimte nodig hebben. Farao neemt een afschuwelijke maatregel: het ruimen van alle pasgeboren Hebreeuwse jongens. Dit betekent een langzame volkerenmoord. Nog een generatie en dan zou het volk ophouden te bestaan. Is er nog toekomst?
Op het eerste gezicht niet!
Deze zondag vertrekken er drie ouderlingen uit de kerkenraad. Er komt er één voor terug. Hoe goed de nieuwe voorzitter ook is, hij begint met een achterstand. Op termijn blijft er zo geen kerkenraad over. Reden tot zorg: hoe kunnen we zo verder? En: kunnen de overgebleven ambtsdragers de last nog dragen?
Op het eerste gezicht niet!
Of zou je hier ook anders tegenaan kunnen kijken? Zondag meer. Tot dan! 10:00 uur Van Beekweg 15.
Ik heb een verleden in de GKv! Daar kom ik nooit weer van af. Het bepaalt het beeld dat anderen van me hebben, zowel binnen de GKv als in de NGK als daarbuiten. “Jij bent toch die…?” “Ik hoor dat het nu wel goed met je gaat!” en allerlei varianten daarop komen nu -na twintig jaar- nog altijd naar me toe. Aan het vertrek uit de GKv bewaren we geen beste herinneringen. Erg lastig is het dat er verhalen over je rondgaan, waar je geen enkele invloed op hebt. Maar ja, zo gaat dat!
Een kerk (ook de NGK) bestaat uit mensen en niets menselijks is ook kerkmensen vreemd. Een collega vertrouwde me eens toe: “je kunt wel zien dat we verlossing nodig hebben!”
Oud-voorzitter Mijn oud-voorzitter stuurde me een reactie op mijn blogs over verzoening. *) Hij was mijn eerste kerkenraadsvoorzitter in mijn NGK-tijd. We hebben een hele tijd samen opgetrokken en in die periode maak je heel wat met elkaar mee. Hij heeft ook gezien hoe ik in de begintijd worstelde om weer een rol te gaan spelen in het contact met de plaatselijke vrijgemaakte kerk. In de eerste periode van mijn werk in de NGK had ik de kerkenraad verlof gevraagd (en gekregen) om geen rol te hoeven spelen in de contacten met de plaatselijke GKv. Die waren er in die tijd (2006) al wel. Hij schreef me nu dat hij denkt dat de beroerde herinneringen aan de tijd van het vertrek uit de GKv wel een grote invloed op mijn gedachten over de fusie zullen hebben. Natuurlijk hebben die invloed! Sinds die tijd zijn mijn idealen over de kerk behoorlijk verflauwd en ben ik schuw voor grote woorden geworden. Dat geldt zeker ook voor de GKv. Als iemand al te idealistisch over ‘onze kerken’ spreekt, heb ik de neiging dat met een korrel zout te nemen. ‘Wacht maar’, denk ik dan, ‘er komt vast weer een andere tijd.’ Een kerk (ook de NGK) bestaat uit mensen en niets menselijks is ook kerkmensen vreemd. Een collega vertrouwde me eens toe: “je kunt wel zien dat we verlossing nodig hebben!” En dat is natuurlijk zo.
Gemengd lichaam Augustinus had het al over de kerk als een “gemengd lichaam!” Ze bestaat uit gerechtvaardigden en zondaars en die komen ook nog eens niet zelden bij elkaar in dezelfde persoon. Helaas loop je in de kerk soms zware klappen op, die je des te harder raken omdat je die dààr juist niet verwacht had. Ja die slechte ervaringen hebben veel schade veroorzaakt bij mij maar zeker ook bij ons gezin. Zij konden niets doen, maar het raakte wel hun wereld en hun man/vader. Dat zijn blijvende littekens geworden. Het was me heel veel waard geweest als vooral onze kinderen dat niet hadden hoeven meemaken. Je zou ze daar tegen willen kunnen beschermen, maar dat is ons helaas niet gelukt. Ze zullen de littekens ervan hun leven lang met zich meedragen.
Mijn oud-voorzitter veronderstelt dat ik mijn vertrouwen in de GKv ben kwijtgeraakt. Dat is denk ik wel waar als het gaat om de GKv als instituut, daar heeft hij wel gelijk aan. Ik ben in ieder geval heel wat minder goed van vertrouwen geworden.
met de meeste GKv-broers en zussen leef ik al jaren in vrede.
Vrede En toch, zo was het ook: “als alle deuren dichtgaan, zet God ergens anders een raam open.” Zo komt het dat ik nog steeds in de kerk werk en weer op dezelfde positie! Dat had ik nooit verwacht! Wat de Heer daar nu allemaal mee bedoelde, weet ik nu nog steeds niet. Laat ik daar niet teveel over willen zeggen. In mijn vrijgemaakte periode heb ik ook mooie dingen in de kerk meegemaakt (het is immers een gemengd lichaam) en na die tijd in de NGK ook weer, maar ook minder mooie. In die zin is de NGK niet anders dan andere kerken. Maar omdat de NGK wat opener van karakter is, heb ik sindsdien wel heel veel broers en zussen in Christus van buiten de GKv ontmoet en dat is absoluut een verrijking van mijn leven. Kerkelijke eenheid, maar dan die van alle kerken, is sterker voor me gaan leven.
Ik mag dan zo mijn gedachten over de GKv als instituut en over de typisch vrijgemaakte cultuur hebben, met de meeste GKv-broers en zussen leef ik al jaren in vrede. In mijn vorige gemeente hebben we met de plaatselijke GKv in 2010 en 2011 twee grote, drukbezochte, gezamenlijke diensten gevierd. Bij die gelegenheid is het tussen mij en de vrijgemaakte broers en zussen wel weer goed gekomen. Ik kon toen de stap naar hen terugzetten.
De laatste jaren is er een hele kolonie GKv-ers lid geworden van onze NGK-gemeente en we hebben het goed samen. We delen niet alleen het geloof in de Heer en zijn Geest, maar ook een achtergrond in de typische, vrijgemaakte cultuur. Wat ik maar wil zeggen: we hebben soms maar weinig woorden nodig. We begrijpen elkaar wel. Nee, plaatselijk staat niets de samenwerking in de weg. Tenminste niet hier en wat mij betreft. Mijn ‘verleden’ is voor mij nadrukkelijk geen inzet hier, anders had ik dát wel naar voren gebracht. Ik bid nog regelmatig om echte verzoening in die kwestie van toen, maar ik reken daar menselijkerwijs gesproken niet meer op.
Gevoeliger Dit verleden heeft me wel gevoeliger gemaakt voor grote woorden en voor onrecht. Juist als het gaat over de menselijke kant van de kerk. Roep niet te gauw: ’de Geest heeft ons…’ of: ’de Heer wil dat…’ We spreken dan al gauw boven onze stand. Hoe weten wij zo precies wat de Geest bedoelt of wat de Heer wil als het om onze zaken gaat? Je zou dan nu ook moeten willen duiden wat de Geest bedoelde en de Heer beoogde toen GKv van toen scheurde. En als je dan weer bedenkt dat ook dat schisma toen weer werd onderbouwd met de wil van God dan zou je daarvan moeten leren liever kleine woorden te gebruiken. En bescheiden blij te zijn. Immers de ‘fusie’ is herstel van wat er eerder kapotgegaan is en op zich geen nieuwe schepping. In die zin is het terugkeren op onze schreden.
Als je dan toch grote woorden voor je rekening wil nemen, dan komt het er op aan dat je in alles de Heer probeert te volgen. Wat men zegt over herstel en verzoening zal ook moet blijken in daadwerkelijk herstel en verzoening. En dan komt het er juist landelijk op aan, want dan spreek je voor iedereen. Wat plaatselijk sneller waar kan zijn nl. we herkennen elkaar als broers en zussen in Christus, laten we de eenheid verzilveren door samen te werken, wordt landelijk pas op een later tijdstip bereikt. Op landelijk niveau spreek je voor iedereen. Dan moet het ook waar zijn wat je zegt. Dat wil zeggen: naar het best van ons menselijke vermogen hebben we geprobeerd de schade die de breuk destijds veroorzaakte te herstellen en hebben we het onrecht dat destijds gedaan is zoveel mogelijk ongedaan gemaakt. En in mijn beleving is dat niet zo.
In ieder geval in mijn omgeving lopen er nog mensen rond naar wie geen verzoenende hand is uitgestrekt. Als je dan zegt dat de ‘breuk hersteld is’ en dat ‘de kerken nu verzoend zijn’ -zoals dat vijf jaar geleden gebeurde- en nu dat ‘we samen feest gaan vieren’ (zij lezen dat ook!), sluit je hen opnieuw buiten, net zoals hun ouders nu meer dan vijftig jaar geleden. En dat waren zeer meelevende kerkleden en dat is in hun ogen dus werkelijk nog altijd onbegrijpelijk. Als kinderen hebben zij onder het onrecht dat hun ouders aangedaan werd geleden en dat heeft diepe littekens veroorzaakt. Als het woord ‘verzoening’ echt wat waard is, dan zeggen we dat niet eerder over het landelijke verband totdat we in een zorgvuldig proces zoveel mogelijk iedereen bereikt hebben die we nog kunnen bereiken. Dan kunnen ook zij misschien iets van vrede ervaren over het verleden, terwijl wij feestvieren. Anders werkt het spreken over verzoening juist averechts en veroorzaakt het nieuwe schade.
Maar ik vrees dat als je herstel en verzoening zover naar achteren in je prioriteiten plaatst, het voor hen straks helemaal niet meer hoeft.
Verse schade Toen -nu vijf jaar geleden- het avondmaal door leden van de NGK en GKv samen gevierd werd in het kader van ‘herstel van de breuk’ en ‘de verzoening van de beide kerken’ -zo werd dat toen gezegd, zagen mijn neef en nicht dit op een afstand gebeuren. Want er was wel zoveel ruchtbaarheid aan gegeven dat dit hen ook niet ontgaan was, al zijn ze niet langer NGK-lid. Niemand van de direct betrokkenen had en heeft ooit een verzoenende hand naar hen uitgestoken: toen niet en nu niet. Het verdriet van hun ouders en dat van hen zelf werd als het ware met één zin: ’de kerken zijn verzoend’ buiten de orde geplaatst. Alsof het allemaal niet gebeurd is! Je zou zelfs kunnen zeggen: alsof ze nooit bestaan hebben. Weer werden ze er buiten gelaten. Hoe pijnlijk kan het zijn! Terwijl het avondmaal gaande was, zag ik hun bittere reactie op Facebook voorbij komen. De littekens waren weer open gegaan, de pijn was weer opnieuw voelbaar. Als men nu het feest van de fusie gaat vieren zonder die uitgestoken hand naar hen, dan wordt dan nóg eens herhaald. Ik moet er niet aan denken. Men zegt steeds: ‘na het feest is de verzoening niet voorbij. Maar ik vrees dat als je herstel en verzoening zover naar achteren in je prioriteiten plaatst, het voor hen straks helemaal niet meer hoeft. Ja, misschien is dat nu al zo ver.
Nog even wachten! Ik ga ervan uit dat het allemaal goed bedoeld is, maar dat betekend nog niet dat het goed gedaan is. Maar ‘t is nooit te laat om het nog anders te doen. Ik roep onze kerken op om tegenover hen en anderen te laten zien dat het menens is met die verzoening. En als dat betekent dat het feest nog even moet wachten, dan lijkt me dat een klein offer om te brengen.
*) Zijn reactie is voor iedereen op Facebook te lezen, dus daarom kan ik hem hier ook wel te citeren.
Hieronder de andere artikelen die ik in deze serie geschreven (klik op de foto)
Na een grondige test te hebben doorstaan is de jonge Heer Jezus aan zijn loopbaan begonnen. Daarvoor is Hij teruggereisd naar zijn thuisprovincie Galilea. Toch een wat achtergebleven gebied dat niet zo’n heel beste reputatie heeft in Jeruzalem. Er liggen veel heidense steden in die regio met alles wat dat met zich meebrengt. Jezus reist langs de Joodse woonplaatsen en maakt daar diepe indruk. De mensen leren hem kennen als een nieuwe rabbi met een nieuwe leer. Zo hadden zij het nog niet eerder gehoord. Wat zijn roem nog groter maakt is dat Hij niet alleen een rondreizende prediker is, maar dat er door Hem ook een grote genezings- en bevrijdingscampagne op gang komt. Hij geneest veel volksgenoten van alles wat hen ziek maakt en zelfs bezetenen vinden bij Hem bevrijding van de demonen die hen teisteren. De mensen in Galilea zijn erg enthousiast en de opgetogen verhalen reizen voor Hem uit.
In Nazareth, het Galileese dorpje waar hij opgroeide, zullen ze wel gedacht hebben: ‘wanneer komt Hij nu eens bij ons?” Ze kenden hem heel misschien wel het best van allemaal. Want in hun kleine dorp van nog geen 400 mensen, kende iedereen iedereen. Als Jezus benJozef dan eindelijk langskomt in zijn thuisdorp zijn de verwachtingen hoog gespannen. De dorpsgenoten van vroeger mogen toch wel een speciale behandeling van Jezus verwachten! Ons kent ons tenslotte.
In twee artikelen heb ik mijn ongemak met de uitnodiging voor het feest rondom de fusie van NGK en GKv proberen uit te drukken. Zeker omdat, zoals ik in het tweede artikel schets, verzoening niet vanzelfsprekend voor iedereen wordt ingezet. Je moet het geluk hebben dat je in beeld komt van de commissie.
Dit ongemak bestaat nu zeker vijf jaar. Omdat het proces destijds al begon met de constatering: ‘dat de breuk tussen de beide kerken …uit 1967 in principe geheeld is’. Mij verbaasde dit toen, omdat ik de scherven van de breuk nog om me heen zag liggen en er nog geen poging was gedaan daar iets aan te doen. De landelijke uitnodiging om als vertegenwoordigers van beide kerken samen avondmaal te vieren trof me toen pijnlijk. Ik zag voor mij zelf geen ruimte daarin mee te kunnen vieren en voelde me buitengesloten. In die periode van vijf jaar raakte ik met meerdere, nauw bij het proces van de fusie betrokken, personen in gesprek en steeds weer trof me het onbegrip, ja zelfs de verontwaardiging als ik de noodzaak tot verzoening aan hen duidelijk probeerde te maken en vragen stelde bij het lopende proces. Het is niet dat men verzoening onbelangrijk vindt, daarvan ben ik overtuigd, maar men is kennelijk wel van mening dat dit proces al zorgvuldig is ingezet. Hoe kan het dat de één het gevoel heeft dat aan alle voorwaarden voor een zorgvuldige verzoening is voldaan, terwijl de ander juist ervaart dat verzoening te weinig prioriteit krijgt. Is er soms sprake van wederzijds onbegrip omdat we verschillende visies op verzoening hebben? In dit artikel een poging om daar meer beeld bij te krijgen.
Is er soms sprake van wederzijds onbegrip omdat we verschillende visies op verzoening hebben?
Wat is verzoening
Wanneer men het begrip verzoening in de Van Dale opzoekt is de betekenis simpel en helder: ‘het weer in goede onderlinge verstandhouding brengen’. Deze definitie ademt voor mij vrede, d.w.z. dat de betrokkenen weer vrede kunnen hebben met elkaar. Verzoening ademt in het Grieks van het Nieuwe Testament de sfeer van ‘een positieve verandering van negatieve verhoudingen.’ Christenen mogen daarbij een beroep doen op het verzoenende werk van Christus: dat sluit wraak en genoegdoening uit. Toch sluit dit niet uit, misschien wel juist niet uit, dat het onrecht benoemd wordt. In Mat. 5 zien we een echt oudtestamentisch verzoeningsritueel beschreven in een nieuwtestamentische belichting door onze Heer Jezus. Iemand is met zijn offergave onderweg om zich met God te verzoenen. Als de persoon zich bewust wordt dat een medemens iets tegen hem heeft, wordt hij opgeroepen het dan eerst met die ander goed te maken en dan terug te komen om te offeren. De Heer Jezus zal dit vast niet voor niets gezegd hebben: ook toen zullen gelovigen het waarschijnlijk toch eenvoudiger gevonden hebben om zich met de onzichtbare God te verzoenen dan persoonlijk met een zeer aanwezige nabije naaste. Je mag uit deze tekst afleiden dat de verzoening met God nooit in plaats mag komen van de verzoening met de naaste. Dat laatste krijgt in de woorden van Jezus zelfs voorrang op die met God (24).
Je ziet deze volgorde ook terug komen in het Onze Vader. We doen een beroep op de vergeving van onze schuld door de Vader zoals wij ook anderen hun schulden hebben vergeven. Zowel in de verzoening als in de vergeving gaat de nabije naaste vooraf aan God. Niet omdat die belangrijker is, maar omdat beiden onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Vergeving vragen en zich verzoenen met de naaste geeft kennelijk de juiste grondhouding voor men zich tot God keert om te vragen om vergeving aan God en zich met Hem te laten verzoenen.
Zowel in de verzoening als in de vergeving gaat de nabije naaste vooraf aan God
Handreiking
Een kleine vijf maanden na (!) de eerste landelijke avondmaalsviering van de beide kerken komen Deputaten Kerkelijke Eenheid en de Commissie Contact en Samenspreking met een ‘Handreiking Herstel en Verzoening’. Daarin kondigen zij de vorming van een werkgroep met dezelfde naam aan. Men stelt daarin zowel plaatselijk als landelijk aan verzoening te werken. In de handreiking geeft men een samenvatting in vijf stappen van het proces van verzoening dat de theoloog Myroslav Volf zich voorstelt als hij in zijn boek Exclusion and Embrace nadenkt over verzoening tussen de verschillende bevolkingsgroepen in zijn geboorteland, het voormalige Joegoslavië (p. 7).
— Herinner samen: wat is er gebeurd? — Bied vergeving aan: wat gedaan is, bepaalt niet hoe ik nu met je omga. — Toon berouw en verontschuldiging: ik erken wat jou is aangedaan. — Herstel schade, voor zover mogelijk. — Sluit elkaar in de armen, voor een nieuwe toekomst samen.
Op zich een mooie, zij het beknopte, samenvatting van een proces van verzoening dat m.i. past bij wat we eerder lazen in het evangelie van Mattheüs. Hoewel de samenvatting mij juist lijkt, valt het mij op dat je deze nergens als samenvatting in het boek tegenkomt. Volf beschrijft uitvoerig en met grote zorgvuldigheid het proces van verzoening. Als Kroaat van geboorte staat het geweld van de in zijn ogen Servische agressors hem helder voor ogen. Hij wil naar het voorbeeld van zijn Heer Jezus niet berusten in een definitieve kloof tussen deze bevolkingsgroepen, maar hij beseft tegelijkertijd dat zomaar vergeven eigenlijk onmogelijk is. In de beschrijving van wat hier is samenvat als punt twee en drie: ‘biedt vergeving aan en toon berouw’, proeft men een enorme spanning. Het moet en is tegelijkertijd bijna onmogelijk. Alleen door zich rechtstreeks tot de Heer te richten en zich weer voor te stellen wat Hij voor ons ondergaan heeft zodat wij vergeving en verzoening kunnen vinden bij God kan er ruimte komen. Maar dat is een heel proces. Wil men aan een nieuwe toekomst kunnen beginnen, dan moet er eerst heel wat gebeuren. Het onrecht moet eerst weer helder herinnerd worden. Volf schrijft: “Als de slachtoffers zich het juist herinneren, zal de herinnering aan het onmenselijke verleden hen en ons allen beschermen tegen toekomstige onmenselijkheid; als de overtreders wat zij hebben misdaan zich juist herinneren, zal de herinnering aan hun misdaden helpen hun schuldige verleden te herstellen en het te transformeren in vruchtbare grond waarop een meer hoopvolle toekomst kan groeien” (Volf, 2019, p. 133).
We verschillen niet van mening als het gaat om het belang van vergeving en verzoening, we hebben een heel andere kijk op het proces van verzoening.
En: “Nadat we berouw hebben getoond en onze vijanden vergeven hebben, nadat we in onszelf ruimte voor hen gemaakt hebben voor hen en de deur (voor hen) opgelaten hebben, moet onze wil om hen te omhelzen het ons toestaan een laatste en misschien wel meest moeilijke daad te stellen. Nl. de daad dat we het kwaad, ja dat we het verleden, als het ware vergeten” (Volf, 2019,p.132). Getroffen ben ik door de zorgvuldigheid die Volf voorstaat en de diepte van onrecht en schuld die hij hier peilt. Dit is werkelijk een proces dat tijd nodig heeft en grote zorgvuldigheid vereist. Als ik terugga naar de vraag van het begin, zit daar misschien wel de oorsprong van onze spraakverwarring. We verschillen niet van mening als het gaat om het belang van vergeving en verzoening, we hebben een heel andere kijk op het proces van verzoening.
Proces van verzoening
Het proces van Volf in de richting van verzoening dat in de genoemde handreiking in vijf stappen is samengevat, is in feite een reis naar verzoening die na vele stappen eindigt in een ‘omhelzing’ waar vanuit een nieuwe toekomst mogelijk wordt. Het is een wandeling naar elkaar toe die begint bij het zich samen herinneren wat er is gebeurd. Deze herinnering aan dat menselijke lijden is een publieke zaak volgens Volf (Volf, 2019, p. 224), zoals de herinnering aan Christus’ lijden, waarop verzoening tussen mensen steunt, een publieke zaak is. Vanuit die herinnering zet men stappen naar elkaar toe en probeert men met een beroep op de Heer te komen tot berouw, verontschuldiging en vergeving. Dat zou best een tijdrovende reis kunnen zijn. Vervolgens neemt men de schade op en probeert die, waar mogelijk, te herstellen. Pas als men dit heeft voltooid, kan men elkaar in de armen sluiten. Er is een begin van elkaar opnieuw vertrouwen en er is ruimte gekomen voor een nieuwe toekomst.
In de verloving en het beoogde huwelijk van de ex-echtgenoten GKv en NGK zijn in mijn optiek verzoening en het bouwen aan een nieuwe toekomst voortdurend samen opgegaan. Zoals men mag verwachten verloopt het bouwen aan de nieuwe toekomst een stuk sneller dan het proces van verzoening, dat naar zijn aard een tijdrovend proces is. Dat men toch al een nieuwe toekomst kon bouwen komt omdat een groot deel van de betrokkenen de scheuring niet meer zelf heeft meegemaakt. Anderen hadden het voorrecht om in aanmerking voor het proces tot verzoening te mogen komen en kunnen vandaaruit dankbaar en opgelucht samen aan de nieuwe toekomst beginnen. Maar er is een minderheid -ik vraag me af of men echt in beeld heeft hoever men in het proces van verzoening is en dus hoe groot die minderheid is- die hier buiten blijft staan. Ze hebben in 2017 niet mee kunnen doen aan het avondmaal omdat het voor hen eenvoudig nog niet zover was en nu ontvangt deze minderheid een uitnodiging voor een landelijk en zelfs een plaatselijke viering. Maar ze staan in principe buiten het proces. Zowel van de verzoening die voor hen nog niet begonnen is, als van het bouwen aan de toekomst waarvoor zij zonder verzoening nog geen ruimte kunnen vinden. Sommigen zouden zichzelf geweld moeten aandoen en zich in de feestelijkheden losmaken van hun familie om dat feest te kunnen vieren. In feite laat men zo een deel van de kerkfamilie buiten de feestzaal staan.
Iedereen vindt verzoening belangrijk en toch lijkt een deel van de mensen verzoening niet belangrijk genoeg te vinden totdat iedereen zover is.
Iedereen vindt verzoening belangrijk en toch lijkt een deel van de mensen verzoening niet belangrijk genoeg te vinden totdat iedereen zover is. Men heeft hier m.i. de fout gemaakt om verzoening als optie aan te bieden, maar naar haar aard is verzoening voorwaarde. Ze heeft dus de prioriteit op al het andere. Wil men tenminste als gehele gemeenschap aan een nieuwe toekomst bouwen en met allen gezamenlijk een feest kunnen vieren.
Bottom-up in plaats van top-down?
Je vraagt je af hoe het zo heeft kunnen gaan. Zou het te maken kunnen hebben met het feit dat er toch vrij snel sprake was van een top-down benadering? Van bovenaf druppelen de verhalen over geslaagde verzoeningen, de vorderingen in het proces van eenwording en de plannen voor fusie en feest de plaatselijke kerken in. Vanaf de basis gezien kun je zomaar het gevoel krijgen dat het iets van de anderen is, waar je in feite buitenstaat.
Stel je eens voor dat men het proces van onderop begonnen was. Door in de lijn van Volf eerst maar eens op plaatselijk niveau de verhalen aan elkaar te gaan vertellen. Velen weten daar niets meer van, maar er zijn altijd een aantal in de gemeente die er nog herinnering aan hebben. Samen met hen hadden we kunnen reconstrueren wat er gebeurd is in de tijd van de scheuring en vanuit dat verhaal contact zoeken met de naburige gemeente van de kerk aan de andere kant van de scheur. De namen en gebeurtenissen zouden in het geheugen van de gemeente weer naar boven gekomen zijn. Als men dat landelijk had gedaan, zouden in de breedte de ervaringen van toen weer zichtbaar geworden zijn. Namen van concrete personen zouden weer aan de oppervlakte gekomen zijn en ook wat er misgedaan en aangedaan is. Plaatselijk en regionaal had men zich vervolgens kunnen buigen over de vraag welke stappen men nu naar aanleiding van de verhalen wil en kan zetten, waarover men als erfgenamen van de schuld, berouw heeft, aan wie men vergeving kan vragen en … zich vervolgens afvragen wat er nog aan schade hersteld kan worden. Moeten er besluiten worden teruggenomen of mensen in ere hersteld? We kunnen niet alles wat we willen, maar toch wanneer men het proces zo breed landelijk had ingezet, was er op een zeker moment een soort verzadiging in de verzoening bereikt. En vandaaruit zou dan ruimte ontstaan zijn om elkaar werkelijk in de armen te sluiten. Plaatselijk, regionaal en landelijk. Het proces van verzoening zou zo breed geweest zijn dat er niemand uitgesloten zou zijn. Nu is dat wel zo!
Laat men die groep mensen nu buiten staan, terwijl men in mei het feest gaat vieren?
Ik kan en wil me niet uitspreken over intenties van mensen die druk geweest zijn met de kerkelijke eenheid. Het zal goed bedoeld zijn, maar ook met goede bedoelingen kunnen er zaken misgaan. En dat is m.i. hier gebeurd door verzoening en bouwen aan de toekomst tegelijk op te starten. Het laatste is sneller gegaan dan het eerste en zo krijgt -vreemd genoeg- voor sommigen feest voorrang op verzoening.
Laat men die groep mensen nu buiten staan, als men in mei het feest gaat vieren?
Hieronder een aantal blogs die ik in de loop van de jaren over dit onderwerp heb geschreven
Als ik dit schrijf zitten we nog twee dagen van het nieuwe jaar af. Is het afgelopen jaar verlopen zoals wij ons dat hadden voorgesteld? Zeer waarschijnlijk niet! Gelukkig lijkt de COVID-19 crisis voorlopig voorbij. Maar wie had zich kunnen voorstellen dat we dit jaar met oorlog zouden eindigen? En dat de inflatie zo op zou lopen door de hoge energieprijzen? Of dat de gevolgen van de klimaatverandering al zo merkbaar zouden zijn? Zulke ontwikkelingen zijn eenvoudig niet te voorzien. De gebeurtenissen in een jaar kunnen je leven een behoorlijke duw geven, zodat het een heel andere koers krijgt dan je eerst verwacht zou hebben. Wat in het groot voor onze samenleving opgaat, gaat waarschijnlijk ook op voor ons persoonlijke levens. Onverwachte gebeurtenissen kunnen het zomaar een heel andere koers geven, Zodat je dit jaar heel anders beëindigt dan je ooit eerder gedacht zou hebben. Terwijl we hopen controle over onze levens te houden, kunnen we vaak niet anders dan reageren op de gebeurtenissen die ons overkomen.
Dat besef kan je heel onzeker maken. ‘Wat staat ons dit jaar weer te wachten?’, denk je misschien. Sombere analyses over de toestand in de wereld kunnen dat gevoel nog eens flink sterker maken. Hoe ga je 2023 tegemoet?
Is dat gevoel onder christenen (de minderheid in onze samenleving), anders dan voor niet-christenen (de meerderheid)? Beide groepen maken hetzelfde mee. De energieprijzen stegen voor beiden, de kansen op een gewapend conflict ook, voor beiden worden de zomers heter en de winters warmer. Christenen zowel als niet-christenen werden ziek, verloren dierbaren, raakten hun werk kwijt en konden geen woning vinden, om maar een paar zaken te noemen. Zijn christenen zekerder in hun toekomstverwachting? Soms vraag ik me dat af. Immers de mooie toekomst voor christenen waar we het onderling over hebben, is voor ons gevoel zo ver weg en dus nog zo vaag, dat die nauwelijks een kalmerend effect op ons leven nu kan hebben.
Of is dat toch anders als je de Heer volgt? In ons bijbelgedeelte is daar niet zoveel van te merken. Het leven van de mensen, die dagelijks met Jezus leven, raakt flink ontregeld. Op een gegeven moment kunnen zij Hem zelf niet eens meer vinden. Drie dagen lang zijn ze Hem kwijt, de eerste keer dat men Hem drie dagen lang kwijt is. En als ze Hem uiteindelijk terugvinden, heeft Hij geen enkel begrip voor hun ongerustheid. Dat lees je vaker over hen die met Jezus leven, hun leven raakt nogal eens ontregeld. Krijgen christenen dan een dubbele dosis onzekerheid te verwerken? Zij hebben net als ieder ander last van ongedachte gebeurtenissen, en ontregeld hun Heer Jezus daarnaast ook nog eens hun leven!
Hoe ga je dán het nieuwe jaar tegemoet? Volgend jaar verder, om 10:30 uur (!) in ons kerkgebouw.
Wanneer je deze hoofdstukken gelezen hebt en graag mee wilt doen aan een leesgroep om samen een aantal avonden eens verder te praten over de inhoud, geef je belangstelling dan aan door het formulier hieronder in te vullen. Dit najaar start de eerste groep. Bij voldoende belangstelling is het eventueel ook mogelijk dit online te organiseren.