De afgelopen zomer heb ik mijn studieverlof besteed aan het thema ‘verzoening’. Daarbij kwamen ook allerlei verwante termen als ‘vergeving’, ‘herstel’ e.a. als vanzelfsprekend naar boven. In een aantal afleveringen van deze blog geef ik enkele inzichten weer die ik tijdens dit verlof heb opgedaan. Deze keer de nauwe samenhang tussen levenservaringen en studies van verzoening.
De begrippen vergeving en verzoening gebruik ik gemakkelijk door elkaar merk ik. Niet omdat ze hetzelfde zijn, maar wel omdat ze veel met elkaar te maken hebben. In een studieverlof van enkele weken heb ik vijf boeken over verzoening gelezen. Maar een boek over verzoening alleen zul je niet gemakkelijk kunnen vinden. Al gauw gaat het ook over vergeving, heling, herstel van de relatie en zelfs over omhelzing.
Je spreekt daarom altijd met meer woorden als het om verzoening gaat. Woorden en begrippen die bij elkaar horen en eigenlijk niet zonder elkaar kunnen, maar het soms voorlopig toch zonder elkaar moeten doen. Zo kom je vergeving soms zonder verzoening tegen, en ook zonder heling. Op deze manier is het eigenlijk niet naar de aard van de zaak, maar wel wat er voorlopig mogelijk is. Wel vergeven niet vergeten.
Het aantal publicaties dat iets van het woordveld rondom verzoening als onderwerp heeft is geweldig groot. Gedurende een kort studieverlof kan men daar eigenlijk alleen maar even van proeven. Uiteindelijk kwam ik in vijf weken tot het lezen van vijf publicaties. De keuze uit die grote hoeveelheid publicaties is vooral op basis van bekendheid van de auteurs gemaakt. Soms leverde de ene publicatie weer een andere op en een enkele keer kwam het boek op Internet voorbij surfen en gaf de bekendheid van de schrijver (Tim Keller) de doorslag om het toch maar te gaan lezen.
De boeken zijn van Miroslav Volf, Svenja Flaspöhler, Justin Welby, Desmond Tutu en Tim Keller. Een lang niet complete leeslijst, maar zij laten hun licht wel vanuit verschillende richtingen over het onderwerp schijnen. Filosofisch zowel als theologisch en dan ook nog uit de hoek van verschillende geloofstradities.
Verder heb ik me ook verdiept in romans die over de kerkscheuring in onze traditie gaan, resp. ‘Het hondje van Sollie’ en ‘De Kwekeling’, beiden geschreven door Hans Werkman. Zij raken aan wat voor mij de existentiële aanleiding is voor deze studie: het kerkelijke klimaat dat tot scheuringen heeft geleid en de gevolgen daarvan. Werkman tekent m.i. treffend het kerkelijke klimaat, waarin ik ook zelf ben groot geworden.
Soms moet men niet alleen vergeving vragen voor een daad maar ook voor het kerkelijke klimaat waarin deze daden vrij spel kregen.
De roman ‘De Uitnodiging’, van W. Paul Young handelt ook over verzoening en is een treffende beschrijving van wat zich aan gevoelens voordoet als men slachtoffer is van onrecht en ook wat er voor nodig is te kunnen vergeven.
Volf is een bekende protestantste theoloog van Kroatische afkomst die aan Yale University werkt. Hij onderzoekt dialogen tussen verschillende groepen in onze wereld, zoals die tussen denominaties, geloofsovertuigingen en etnische groepen.
Het door hem geschreven boek ‘Exclusion and Embrace’ is een theologische verkenning van identiteit, andersheid en verzoening. Hoe kun je vanuit etnische uitsluiting (Exclusion) tegen je zin in maar je overtuiging volgend komen tot verzoening op zo’n niveau dat je de ander opnieuw met een omhelzing (Embrace) kunt insluiten in je leven.
Voor hem werd dat een belangrijke vraag toen hij als een geboren Kroaat na de Balkanoorlog tegenover voormalige landgenoten kwam te staan van een andere etnische afkomst. Hij kwam tot de overtuiging dat hij niet kon berusten in de scheiding en moest werken aan een herstel van verhoudingen, zonder te weten hoe hij dat dan zou kunnen. Het resulteerde in het boek Exclusion en Embrace dat in 1996 verscheen.
Svenja Flaspöhler is een Duitse filosoof, journalist en auteur en schreef het boek ‘Verzeihen’ in 2016. Als filosoof wil ze proberen vergeven te begrijpen en zo diep mogelijk te doorgronden wat het begrip inhoudt (13) Daarbij komt ze ook langs begrippen als kwaad, liefhebben en vergeten.
Ook zij heeft een persoonlijke aanleiding om voor dit onderwerp te kiezen. Toen zij nog een klein kind was verliet haar moeder hun gezin voor een andere man. Tot ver in haar volwassen leven is de verhouding met haar moeder moeilijk gebleven.
Justin Welby is sinds 2013 de aartsbisschop van de Anglicaanse Kerk. Hij is persoonlijk betrokken geweest bij meerdere vredesinitiatieven. In 2019 schrijft hij het boek ‘The Power of Reconciliation’. Verzoening is voor hem herstel van de relaties. Hij is van mening dat christenen en de christelijke kerken een grote rol hebben te spelen in allerlei vredesprocessen binnen de samenleving.
Desmond Tutu schreef samen met zijn dochter Mpho ‘The Book of Forgiving ‘in 2014. Als eerste zwarte aartsbisschop van de Anglicaanse Kerk heeft hij zich ingezet voor mensenrechten in het Zuid-Afrika onder het Apartheidsregime. Daarvoor werd hem in 1984 de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. In de jaren na Apartheid zet hij zich volledig in voor verzoening tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika. Hij streeft eerder naar verzoening dan naar vergelding. Deze ‘Truth en Reconciliation Commission’ laat een diepe indruk na in de hele wereld.
Tenslotte een boek van de pas overleden dominee Tim Keller dat hij in 2022, nog tijdens zijn ziekte, schreef over vergeven. Waarschijnlijk is hij de auteur die vanwege zijn calvinistische achtergrond het dichtste bij onze kerkelijke traditie staat. Zijn boek ‘Forgive. Why should I and how can I?’ geeft een compleet overzicht. Ook van ontwikkelingen in de samenleving rondom vergeving, maar het is het minst existentiële boek. Hij beschrijft echter wel een aantal uit het leven gegrepen voorbeelden van vergeving.
Het valt me op dat vergeving en de daarmee verbonden verzoening een existentieel onderwerp is. Meerdere auteurs gaan vanuit een gebeurtenis in hun leven op zoek naar de vraag naar de mogelijkheid van vergeving, verzoening en herstel. Anderen raken betrokken in processen van verzoening van andere partijen.
Het is ook een thema dat een grote rol speelt in de samenleving en van groot belang is juist voor de samenhang van het sociale weefsel van onze samenleving.
Omdat de aanleiding voor dit studieonderwerp ook de ervaringen die ik zelf rondom vergeving en verzoening heb opgedaan waren, wil ik ook een existentiële ingang kiezen. Niet om daarmee het laatste woord te hebben, maar wel om de verbinding met het leven te leggen.
Mijn vraag naar de betekenis van vergeving en verzoening kwam de laatste jaren sterk naar voren toen er een sterk beroep op me werd gedaan vergevingsgezind te zijn.
Heel concreet ging het daarin om de groeiende contacten met de -voorheen- Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In 2004 heb ik met die kerken gebroken na wat ik beschouw als een zeer onrechtvaardig omgaan met een groep kerkleden, waaronder ikzelf. Die gebeurtenis stond voor mij niet op zichzelf, helaas was het in de spanning tussen pretentie en praktijk de druppel die de emmer deed overlopen.
Nu zie ik mezelf niet als iemand die wrok koestert. Maar je maakt zo het één en ander mee in je leven -ik ook. En veel daarvan had met de vrijgemaakte kerken (zo noemde men hen in de volksmond) te maken. In de periode dat deze zaken speelden had ik het er zwaar mee. Maar na die tijd was het leven voor mij toch weer verder gegaan; ik werd lid van de NGK-kerken en was daar -hoewel onverwacht – toch al snel weer predikant.
Toch kan ik -wat ik destijds als onrecht heb ervaren- niet zomaar vergeten. Dat merkte ik vooral toen ik opnieuw geconfronteerd wordt met de bron van het onrecht destijds. En dat gebeurde bij het groeien van de contacten tussen beide kerkgenootschappen. Op dat moment werden de gevoelens van onrecht ook weer sterker.
Ander onrecht waar familieleden als gevolg van de eerdere breuk onder geleden hebben, kwam me veel scherper voor ogen te staan dan toen het plaatshad. De behoefte dat juist daarin recht gedaan zou worden werd eveneens sterker voor me.
Wat me in die afgelopen jaren opviel, was dat mensen een sterk beroep deden op mijn vergevingsgezindheid, sommige me zelfs waarschuwden voor bitterheid, maar dat niemand me vroeg naar mijn ervaring van onrecht. Het maakte op mij de indruk dat in hun ogen het onrecht mij in de weg zat en ik het uit de weg moest halen. Het betreffende kerkgenootschap voelde zich daarvoor niet verantwoordelijk.
Nu wilde ik niet twijfelen aan de oprechtheid van mijn gespreksgenoten, maar in mijn gevoelswereld kwam ik gewoon vast te zitten. De goedbedoelde raad werd niet alleen de oorzaak van schuldgevoelens maar ook van onzekerheid over wat vergeving, verzoening en herstel nu eigenlijk inhoudt. Het leek erop dat in hun ogen de tijd het onrecht had ingehaald. Want eenmaal in gesprek met anderen ontstond er voortdurend enorme verwarring over wat vergeving is. Meer en meer drong zich een dilemma aan me op.
Als ik dat wat ongenuanceerd weergeef, dan ziet dat er ongeveer zo uit: is vergeving de witkalk waarmee je over het onrecht heen schildert of is het een weging van ervaren onrecht en een bewust loslaten ervan?
Het eerste lijkt me immoreel vanuit het perspectief van God, en dus onmogelijk en ook ongewenst, het tweede lijkt me moeilijke maar wel een begaanbare weg. Het is alleen – zo is mijn ervaring- niet de weg de meesten lijken te willen gaan.