Naast Handelingen 8

De hoogteverschillen waren er on-Nederlands.

Daarom kon ik hen vanaf beneden, boven me op straatniveau, heel goed zien. Ik stond beneden voor de ’tombe van de maagd Maria’ in Jeruzalem en kon de hellemaal in het zwart geklede, orthodoxe, geestelijke boven me goed zien en de orthodoxe gelovige die op één knie, eerbiedig het hoofd gebogen, voor hem geknield zat, ook. De geestelijke leek zich het eerbetoon wat ongeduldig te laten welgevallen, hield hem, haast met tegenzin leek het wel, zijn hand voor. Die hij vervolgens met innige eerbiedigheid kuste. De geestelijke gaf hem geroutineerd een zegen en haastte zich verder. Zonder hem nog een blik waardig te keuren.

Het standsverschil tussen de geestelijke en de gelovige was in mijn ogen ook on-Nederlands

Het standsverschil tussen de geestelijke en de gelovige was in mijn ogen ook on-Nederlands. Het zag er allemaal maar wat arrogant uit in. De geestelijke kwam onvriendelijk en een beetje hautain over. De gelovige -een normaal geklede, moderne jongeman, haast slaafs. Ik vond het er maar naar uitzien: een geestelijke die niet vriendelijk en tegemoetkomend maar zo uit de hoogte met een medemens omgaat. Waarschijnlijk begrijp ik er niets van wat daar gebeurde, ik ben tenslotte niet orthodox, maar het zou naar mijn idee bij ons in Nederland niet begrepen worden. 
Dan merk je pas hoe zeer je Nederlander bent! Wij zijn de mensen van het allemaal gelijk-zijn en niet met het hoofd boven het maaiveld willen uitsteken. Bewoners van de polder, waar alles vlak is en dus naast elkaar ligt. Onze minister-president noemen we Mark (‘he Mark!), onze koning noemen we Alex, onze burgermeester heet Harm-Jan en de dominee noemen we gewoon Wieb. En dat vinden we allemaal prima: ook de minister-president, de koning, de burgermeester en de dominee.

Zijn wij nu te plat?

Zijn wij nu te plat? Bestaat er onder ons niet meer zoiets als respect en ontzag. 
Of zijn we als gelovigen ook zo gelijkwaardig aan elkaar. Ontzag is belangrijk, maar gelijkwaardigheid ook. Ik denk dat daar veel voor te zeggen is, zeker ook uit Handeling 8. Waar de Geest naast een zwarte eunuch uit Ethiopië komt lopen.

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Preken met de tags , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

‘Naast’ (Handelingen 8)

De hoogteverschillen waren er on-Nederlands.

Daarom kon ik hen vanaf beneden, boven me op straatniveau, heel goed zien. Ik stond beneden voor de ’tombe van de maagd Maria’ in Jeruzalem en kon de hellemaal in het zwart geklede, orthodoxe, geestelijke boven me goed zien en de orthodoxe gelovige die op één knie, eerbiedig het hoofd gebogen, voor hem geknield zat, ook. De geestelijke leek zich het eerbetoon wat ongeduldig te laten welgevallen, hield hem, haast met tegenzin leek het wel, zijn hand voor. Die hij vervolgens met innige eerbiedigheid kuste. De geestelijke gaf hem geroutineerd een zegen en haastte zich verder. Zonder hem nog een blik waardig te keuren.

Het standsverschil tussen de geestelijke en de gelovige was in mijn ogen ook on-Nederlands

Het standsverschil tussen de geestelijke en de gelovige was in mijn ogen ook on-Nederlands. Het zag er allemaal maar wat arrogant uit in. De geestelijke kwam onvriendelijk en een beetje hautain over. De gelovige -een normaal geklede, moderne jongeman, haast slaafs. Ik vond het er maar naar uitzien: een geestelijke die niet vriendelijk en tegemoetkomend maar zo uit de hoogte met een medemens omgaat. Waarschijnlijk begrijp ik er niets van wat daar gebeurde, ik ben tenslotte niet orthodox, maar het zou naar mijn idee bij ons in Nederland niet begrepen worden. 
Dan merk je pas hoe zeer je Nederlander bent! Wij zijn de mensen van het allemaal gelijk-zijn en niet met het hoofd boven het maaiveld willen uitsteken. Bewoners van de polder, waar alles vlak is en dus naast elkaar ligt. Onze minister-president noemen we Mark (‘he Mark!), onze koning noemen we Alex, onze burgermeester het Harm-Jan en de dominee noemen we gewoon Wieb. En de vinden we allemaal prima: ook de minister-president, de koning, de burgermeester en de dominee.

Zijn wij nu te plat?
Bestaat er onder ons niet meer zoiets als respect en ontzag. 

Zijn wij nu te plat? Bestaat er onder ons niet meer zoiets als respect en ontzag. 
Of zijn we als gelovigen ook zo gelijkwaardig aan elkaar. Ontzag is belangrijk, maar gelijkwaardigheid ook. Ik denk dat daar veel voor te zeggen is, zeker ook uit Handeling 8. Waar de Geest naast een zwarte eunuch uit Ethiopië komt lopen.

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Bookmark de permalink.

Geef een reactie