Hoop (of ons leven buiten de haakjes)

De lijkwagen reed langzaam onze oude buurt uit.
Voor de laatste keer vertrok mijn moeder van huis, zij in de wagen, wij erachter.
Dof en droevig liepen wij mee in de richting van het kerkgebouw.
Daar was alleen de koster al om voor te bereiden voor straks en nu dan ook wij, de allernaaste familie. Voor even was het kerkgebouw alleen van ons.
Net zoals de boom die ernaast stond alleen van de vogels was. Je kon horen dat hij helemaal vol zat: het klonk als een enthousiaste ontmoeting van honderden vogels.
Wat een contrast met ons beneden: wij hadden niet zoveel te zeggen, de woorden stierven op onze lippen. Ze bleven beperkt tot korte commando’s en gefluisterde aanwijzingen, terwijl we de kist op de baar tilden en over een plankier de kerk inreden. Het enthousiasme van de vogels begeleidde ons terwijl wij plechtig het stille gebouw inliepen en trok onze aandacht omhoog naar de blauwe lucht.
Over de donkere grafkuil heen zag ik ze later weer, honderden spreeuwen die, boven het weiland achter de begraafplaats, samen mooie figuren vlogen in de blauwe, bleke oktoberlucht. Ik moest aan mijn moeder denken, een groot vogelliefhebster. Ze vlogen vast als een eerbetoon aan haar, die vogels. Met een opgeheven hart verliet ik het kerkhof.

Veel van onze medemensen geven met ‘hopen’ uiting aan hun onzekerheid. ‘Ik hoop maar dat het goed komt’, maar als zij het zo zeggen durven ze er nog niet van uit te gaan dat dit ook zo zal zijn.
Maar in het gesprek van gelovigen onderling kan hoop veel meer zijn dan slechts een wens dat het anders wordt. Integendeel je geeft met ‘mijn hoop is’ uiting aan je zekerheid dat het niet zo is als je eerst vreesde. Soms is het een ervaring die je plotseling dat sterke vermoeden geeft. Dat er geen punt achter het leven staat als het hier geleefd is, maar juist haakjes om ons leven heen staan. Buiten die haakjes loopt de zin verder buiten ons zicht, zoals er ook voor ons leven al een zin was. Dat is niet slechts een wens maar een sterk vermoeden dat er meer is dan je kunt zien. Zoals je al eerder gelezen had in de Bijbel, waar het gaat over eeuwig leven, over geluk en over overwinnaars. Hoop als sterk vermoeden van geluk, meer nog dan alleen een vermoeden zelfs een verwachting van voorspoed. Bij een open graf wordt die hoop fel aangevochten en zou je dat zomaar vergeten.

Maar hoop laat zich niet altijd even sterk vermoeden, juist in moeilijke tijden vlamt de hoop op. Daarbuiten is ze vaak niet zo goed te zien. Zoals een brandende kaars beter zichtbaar wordt naarmate het licht minder is.
Hoop leeft op in moeilijke tijden, als het donker wordt. Zo kreeg de jongste zoon, die na een wild avontuur als Joodse jongen in een varkensstal verzeild was geraakt, pas toen hoop op een beter leven in de huishouding van zijn vader [Lucas 15: 17 e.v.]. En de schipbreukelingen, die samen met Paulus onderweg waren, kregen pas hoop op redding toen ze hun leven dreigden te verliezen [Han. 27].
Nee, hoop leeft op in donkere tijden, bij nacht en ontij, in oorlogstijd en in tijden van grote zorg en ziekte. Onze tijd is dus typisch een periode waarin de hoop weer opleeft. Zoals de eerste zonnestralen in het laatste donker van de nacht het sterke vermoeden geven dat er een schitterende dag op aanbreken staat.

Veel mensen zouden graag iets doen om anderen te helpen, maar we slagen daar maar beperkt in. In tijden zoals de onze blijft vaak veel te wensen over. Maar als God erbij betrokken is, worden wensen werkelijkheid. Hij kán dat niet alleen, meer nog Hij wíl dat ook. Die vast overtuiging is geboren uit zijn liefde voor ons. Omdat Hij rechtvaardig, heilig en trouw is, kunnen mensen echt iets moois gaan verwachten. Hoewel wij niet precies kunnen overzien hoe dat dan precies zal zijn, hebben we een sterk vermoeden dat het mooi en goed zal zijn.
Zo kon Paulus toen de storm al dagen op volle hevigheid woedde en het perspectief bij zijn reisgenoten allang verloren was gegaan toch echt hoop bieden: ‘houd moed, niemand van jullie zal omkomen” [Handelingen 27:22]. Dat was, veel méér dan een wens, een betrouwbare verwachting voor de nabije toekomst.

‘t Zijn nu vaak donkere tijden. De oorlog in Oekraïne sluit bijna naadloos aan op die in Syrië en daaromheen spelen nog allerlei andere, kleinere conflicten. De berichten over ons klimaat worden maar alsmaar alarmerender. En zo langzamerhand ontstaat de sterke indruk dat bijna niemand daar echt wat aan gaat doen of is het: iets aan kan doen. En intussen gaat het sterven door: we verliezen mensen die ons dierbaar zijn, meer dan ons lief is.
Maar midden in dit donker schijnt een helder licht als een stormlantaarn in de storm. ‘t Is nog maar een beetje licht, maar ‘t is niet uit te krijgen. Het lichtje weerstaat de storm en het verlicht onze nacht. Hoe dieper het donker des te helderder het licht schijnt.
Een klein lichtpuntje van hoop, maar het is wezenlijk hetzelfde als het licht van God dat straks overal zal laten schijnen. Dat licht is zo overweldigend mooi dat het zelfs de herinnering aan donkere tijden zal overstralen.
Ja, onze hoop is het leven buiten de haakjes om ons leven hier.

Augustinus beschrijft deze hoopvolle toekomst als de zevende dag van God, de eeuwige sabbat. “Het einde van die sabbat zal geen avond zijn, maar de dag van de Heer (…).

Daar zullen we rusten en zien,
Zullen wij zien en liefhebben,
Zullen we liefhebben en lofprijzen.
Dat is wat er op het einde zonder einde zal zijn.
Want welk ander einde is er voor ons dan het bereiken van dat koninkrijk,
Dat nooit een einde vindt?”

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Blog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie