Verleden

Ik heb een verleden in de GKv!
Daar kom ik nooit weer van af.
Het bepaalt het beeld dat anderen van me hebben,
zowel binnen de GKv als in de NGK als daarbuiten.
“Jij bent toch die…?”
“Ik hoor dat het nu wel goed met je gaat!”
en allerlei varianten daarop komen nu -na twintig jaar- nog altijd naar me toe.
Aan het vertrek uit de GKv bewaren we geen beste herinneringen.
Erg lastig is het dat er verhalen over je rondgaan, waar je geen enkele invloed op hebt.
Maar ja, zo gaat dat!

Een kerk (ook de NGK) bestaat uit mensen en niets menselijks is ook kerkmensen vreemd. Een collega vertrouwde me eens toe: “je kunt wel zien dat we verlossing nodig hebben!”

Oud-voorzitter
Mijn oud-voorzitter stuurde me een reactie op mijn blogs over verzoening. *) Hij was mijn eerste kerkenraadsvoorzitter in mijn NGK-tijd. We hebben een hele tijd samen opgetrokken en in die periode maak je heel wat met elkaar mee. Hij heeft ook gezien hoe ik in de begintijd worstelde om weer een rol te gaan spelen in het contact met de plaatselijke vrijgemaakte kerk.
In de eerste periode van mijn werk in de NGK had ik de kerkenraad verlof gevraagd (en gekregen) om geen rol te hoeven spelen in de contacten met de plaatselijke GKv. Die waren er in die tijd (2006) al wel.
Hij schreef me nu dat hij denkt dat de beroerde herinneringen aan de tijd van het vertrek uit de GKv wel een grote invloed op mijn gedachten over de fusie zullen hebben. Natuurlijk hebben die invloed! Sinds die tijd zijn mijn idealen over de kerk behoorlijk verflauwd en ben ik schuw voor grote woorden geworden. Dat geldt zeker ook voor de GKv. Als iemand al te idealistisch over ‘onze kerken’ spreekt, heb ik de neiging dat met een korrel zout te nemen. ‘Wacht maar’, denk ik dan, ‘er komt vast weer een andere tijd.’
Een kerk (ook de NGK) bestaat uit mensen en niets menselijks is ook kerkmensen vreemd. Een collega vertrouwde me eens toe: “je kunt wel zien dat we verlossing nodig hebben!”
En dat is natuurlijk zo.

Gemengd lichaam
Augustinus had het al over de kerk als een “gemengd lichaam!” Ze bestaat uit gerechtvaardigden en zondaars en die komen ook nog eens niet zelden bij elkaar in dezelfde persoon. Helaas loop je in de kerk soms zware klappen op, die je des te harder raken omdat je die dààr juist niet verwacht had. Ja die slechte ervaringen hebben veel schade veroorzaakt bij mij maar zeker ook bij ons gezin. Zij konden niets doen, maar het raakte wel hun wereld en hun man/vader. Dat zijn blijvende littekens geworden. Het was me heel veel waard geweest als vooral onze kinderen dat niet hadden hoeven meemaken. Je zou ze daar tegen willen kunnen beschermen, maar dat is ons helaas niet gelukt. Ze zullen de littekens ervan hun leven lang met zich meedragen.

Mijn oud-voorzitter veronderstelt dat ik mijn vertrouwen in de GKv ben kwijtgeraakt. Dat is denk ik wel waar als het gaat om de GKv als instituut, daar heeft hij wel gelijk aan. Ik ben in ieder geval heel wat minder goed van vertrouwen geworden.

met de meeste GKv-broers en zussen leef ik al jaren in vrede.

Vrede
En toch, zo was het ook: “als alle deuren dichtgaan, zet God ergens anders een raam open.”
Zo komt het dat ik nog steeds in de kerk werk en weer op dezelfde positie! Dat had ik nooit verwacht! Wat de Heer daar nu allemaal mee bedoelde, weet ik nu nog steeds niet. Laat ik daar niet teveel over willen zeggen.
In mijn vrijgemaakte periode heb ik ook mooie dingen in de kerk meegemaakt (het is immers een gemengd lichaam) en na die tijd in de NGK ook weer, maar ook minder mooie. In die zin is de NGK niet anders dan andere kerken. Maar omdat de NGK wat opener van karakter is, heb ik sindsdien wel heel veel broers en zussen in Christus van buiten de GKv ontmoet en dat is absoluut een verrijking van mijn leven. Kerkelijke eenheid, maar dan die van alle kerken, is sterker voor me gaan leven.

Ik mag dan zo mijn gedachten over de GKv als instituut en over de typisch vrijgemaakte cultuur hebben, met de meeste GKv-broers en zussen leef ik al jaren in vrede.
In mijn vorige gemeente hebben we met de plaatselijke GKv in 2010 en 2011 twee grote, drukbezochte, gezamenlijke diensten gevierd. Bij die gelegenheid is het tussen mij en de vrijgemaakte broers en zussen wel weer goed gekomen. Ik kon toen de stap naar hen terugzetten.

De laatste jaren is er een hele kolonie GKv-ers lid geworden van onze NGK-gemeente en we hebben het goed samen. We delen niet alleen het geloof in de Heer en zijn Geest, maar ook een achtergrond in de typische, vrijgemaakte cultuur. Wat ik maar wil zeggen: we hebben soms maar weinig woorden nodig. We begrijpen elkaar wel. Nee, plaatselijk staat niets de samenwerking in de weg. Tenminste niet hier en wat mij betreft.
Mijn ‘verleden’ is voor mij nadrukkelijk geen inzet hier, anders had ik dát wel naar voren gebracht. Ik bid nog regelmatig om echte verzoening in die kwestie van toen, maar ik reken daar menselijkerwijs gesproken niet meer op.

Gevoeliger
Dit verleden heeft me wel gevoeliger gemaakt voor grote woorden en voor onrecht. Juist als het gaat over de menselijke kant van de kerk. Roep niet te gauw: ’de Geest heeft ons…’ of: ’de Heer wil dat…’ We spreken dan al gauw boven onze stand. Hoe weten wij zo precies wat de Geest bedoelt of wat de Heer wil als het om onze zaken gaat?
Je zou dan nu ook moeten willen duiden wat de Geest bedoelde en de Heer beoogde toen GKv van toen scheurde. En als je dan weer bedenkt dat ook dat schisma toen weer werd onderbouwd met de wil van God dan zou je daarvan moeten leren liever kleine woorden te gebruiken. En bescheiden blij te zijn. Immers de ‘fusie’ is herstel van wat er eerder kapotgegaan is en op zich geen nieuwe schepping. In die zin is het terugkeren op onze schreden.

Als je dan toch grote woorden voor je rekening wil nemen, dan komt het er op aan dat je in alles de Heer probeert te volgen. Wat men zegt over herstel en verzoening zal ook moet blijken in daadwerkelijk herstel en verzoening. En dan komt het er juist landelijk op aan, want dan spreek je voor iedereen. Wat plaatselijk sneller waar kan zijn nl. we herkennen elkaar als broers en zussen in Christus, laten we de eenheid verzilveren door samen te werken, wordt landelijk pas op een later tijdstip bereikt. Op landelijk niveau spreek je voor iedereen. Dan moet het ook waar zijn wat je zegt. Dat wil zeggen: naar het best van ons menselijke vermogen hebben we geprobeerd de schade die de breuk destijds veroorzaakte te herstellen en hebben we het onrecht dat destijds gedaan is zoveel mogelijk ongedaan gemaakt. En in mijn beleving is dat niet zo.

In ieder geval in mijn omgeving lopen er nog mensen rond naar wie geen verzoenende hand is uitgestrekt. Als je dan zegt dat de ‘breuk hersteld is’ en dat ‘de kerken nu verzoend zijn’ -zoals dat vijf jaar geleden gebeurde- en nu dat ‘we samen feest gaan vieren’ (zij lezen dat ook!), sluit je hen opnieuw buiten, net zoals hun ouders nu meer dan vijftig jaar geleden. En dat waren zeer meelevende kerkleden en dat is in hun ogen dus werkelijk nog altijd onbegrijpelijk. Als kinderen hebben zij onder het onrecht dat hun ouders aangedaan werd geleden en dat heeft diepe littekens veroorzaakt.
Als het woord ‘verzoening’ echt wat waard is, dan zeggen we dat niet eerder over het landelijke verband totdat we in een zorgvuldig proces zoveel mogelijk iedereen bereikt hebben die we nog kunnen bereiken. Dan kunnen ook zij misschien iets van vrede ervaren over het verleden, terwijl wij feestvieren. Anders werkt het spreken over verzoening juist averechts en veroorzaakt het nieuwe schade.

Maar ik vrees dat als je herstel en verzoening zover naar achteren in je prioriteiten plaatst, het voor hen straks helemaal niet meer hoeft.

Verse schade
Toen -nu vijf jaar geleden- het avondmaal door leden van de NGK en GKv samen gevierd werd in het kader van ‘herstel van de breuk’ en ‘de verzoening van de beide kerken’ -zo werd dat toen gezegd, zagen mijn neef en nicht dit op een afstand gebeuren. Want er was wel zoveel ruchtbaarheid aan gegeven dat dit hen ook niet ontgaan was, al zijn ze niet langer NGK-lid.
Niemand van de direct betrokkenen had en heeft ooit een verzoenende hand naar hen uitgestoken: toen niet en nu niet. Het verdriet van hun ouders en dat van hen zelf werd als het ware met één zin: ’de kerken zijn verzoend’ buiten de orde geplaatst. Alsof het allemaal niet gebeurd is! Je zou zelfs kunnen zeggen: alsof ze nooit bestaan hebben. Weer werden ze er buiten gelaten. Hoe pijnlijk kan het zijn! Terwijl het avondmaal gaande was, zag ik hun bittere reactie op Facebook voorbij komen. De littekens waren weer open gegaan, de pijn was weer opnieuw voelbaar. Als men nu het feest van de fusie gaat vieren zonder die uitgestoken hand naar hen, dan wordt dan nóg eens herhaald. Ik moet er niet aan denken.
Men zegt steeds: ‘na het feest is de verzoening niet voorbij. Maar ik vrees dat als je herstel en verzoening zover naar achteren in je prioriteiten plaatst, het voor hen straks helemaal niet meer hoeft. Ja, misschien is dat nu al zo ver.

Nog even wachten!
Ik ga ervan uit dat het allemaal goed bedoeld is, maar dat betekend nog niet dat het goed gedaan is.
Maar ‘t is nooit te laat om het nog anders te doen. Ik roep onze kerken op om tegenover hen en anderen te laten zien dat het menens is met die verzoening. En als dat betekent dat het feest nog even moet wachten, dan lijkt me dat een klein offer om te brengen.

*) Zijn reactie is voor iedereen op Facebook te lezen, dus daarom kan ik hem hier ook wel te citeren.

Hieronder de andere artikelen die ik in deze serie geschreven (klik op de foto)

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Wiebslog met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie