
Na een grondige test te hebben doorstaan is de jonge Heer Jezus aan zijn loopbaan begonnen.
Daarvoor is Hij teruggereisd naar zijn thuisprovincie Galilea. Toch een wat achtergebleven gebied dat niet zo’n heel beste reputatie heeft in Jeruzalem. Er liggen veel heidense steden in die regio met alles wat dat met zich meebrengt.
Jezus reist langs de Joodse woonplaatsen en maakt daar diepe indruk. De mensen leren hem kennen als een nieuwe rabbi met een nieuwe leer. Zo hadden zij het nog niet eerder gehoord.
Wat zijn roem nog groter maakt is dat Hij niet alleen een rondreizende prediker is, maar dat er door Hem ook een grote genezings- en bevrijdingscampagne op gang komt. Hij geneest veel volksgenoten van alles wat hen ziek maakt en zelfs bezetenen vinden bij Hem bevrijding van de demonen die hen teisteren. De mensen in Galilea zijn erg enthousiast en de opgetogen verhalen reizen voor Hem uit.
In Nazareth, het Galileese dorpje waar hij opgroeide, zullen ze wel gedacht hebben: ‘wanneer komt Hij nu eens bij ons?” Ze kenden hem heel misschien wel het best van allemaal. Want in hun kleine dorp van nog geen 400 mensen, kende iedereen iedereen. Als Jezus benJozef dan eindelijk langskomt in zijn thuisdorp zijn de verwachtingen hoog gespannen. De dorpsgenoten van vroeger mogen toch wel een speciale behandeling van Jezus verwachten! Ons kent ons tenslotte.