4. Schuilen?

Het raakt ons als er iemand vertrekt uit de eigen gemeente. Dat komt nog dieper en voelt scherper is het iemand uit je persoonlijke levenskring is die je dierbaar is. De wond is dieper en geneest slechter, zeker als anderen uit je kerkelijke gemeente onzorgvuldig met je verwondering om gaan of er helemaal geen aandacht aan geven, laat staan zorg aan besteden. Wat doet zoiets met jouw welbevinden in de gemeente? Hierover gaat het in het vierde hoofdstuk van de serie ‘achtergebleven’.

Photo by Roger Starnes Sr on Unsplash

Wat ik me kan herinneren is, toen mijn broer niet meer geloofde, hoe storend het was dat de goegemeente in de kerk uit volle borst Psalm 73:11 zong, zonder enig besef van wat er gezongen werd: “Wie ver van U geweken is, komt eenmaal om in duisternis.” En vervolgens -orgel alle registers open: “Maar dit is mijn gelukkig lot, te mogen schuilen bij mijn God.” Ik heb het bijbeltje nog waarin ik dat couplet heb doorgestreept (Kuiper, 2018, p.10).
 
Pijnlijk moment, een confrontatie met het al te vanzelfsprekende ‘wij-gevoel’ in een kerkdienst. Zo zijn er wel meer van die momenten: een doopdienst waarin God ‘eeuwig zijn verbond gedenkt’, maar jouw kleinkinderen niet gedoopt zullen worden. Een trouwdienst waarin om de zegen van God voor het pasgetrouwde paar wordt gevraagd, jouw kinderen zullen die niet willen vragen over hun relatie, belijdenisdienste…Kun je je in de kerkzaal nog ooit weer echt thuis voelen -gesteld dat dit al zo was- als de stoelen van je familie of vrienden leeg blijven? Je bent door hen achtergelaten in een kerk die door hun vertrek beslist vreemder voor je geworden is.
Je verlangen naar een mooie toekomst van de kerk en het koninkrijk is vermengd geraakt met een heel stel andere gevoelens: twijfels en zorgen. Wat is dat dan voor toekomst zonder je familie en je vrienden? En wat komt er dan van hén terecht?

Dat ene regeltje zo nu en dan is voor jou toch lippendienst aan je verdriet. Het raakt de oppervlakte ervan even, maar peilt de diepte ervan niet.


 
En je schaamt je ook dat je niet gewoon blij kunt zijn met je broers en zussen in de gemeente. Als iemand weet hoe bijzonder zo’n doop, trouwdienst of belijdenis is, dan weet jij dat wel. Het is zijn bijzondere momenten die allesbehalve vanzelfsprekend zijn. Daar kun je niet anders dan dankbaar en blij om zijn, maar jij bent het nu even niet. Je gevoelens laten zich immers niet dwingen. Het valt je van jezelf tegen dat je voor hen niet blij kunt zijn.
Maar de voorganger bad toch zo mooi voor de ouders die juist nu verdriet voelen omdat ze herinnerd worden aan hun gemis. Maar je merkt dat ook dit je niet echt troost. Dat ene regeltje zo nu en dan is voor jou toch lippendienst aan je verdriet. Het raakt de oppervlakte ervan even, maar peilt de diepte ervan niet.
 
Misschien is dát het wel, de vreugde wordt volop gevierd in je gemeente, maar voor het verdriet is niet echt de ruimte. Dat merken ook je broers en zussen die in de rouw zijn: hun verdriet en vooral hun gemis groeit in de loop van de jaren, maar na een tijdje gaat het er bijna nooit meer over in de kerk. Maar zij hebben tenminste nog één ‘Eeuwigheidszondag’ in het jaar, over het verdriet van de andere achterblijvers wordt vrijwel nooit  meer gepraat.
 
Goed bedoelde maar onhandige troost helpt je ook al niet. “Je kinderen doen het toch goed!”  (Van der Kooi & Ter Horst, 2009, p. 145). Dat is waar maar toch helpt dat niet voor je pijn, het maakt je integendeel regelmatig nog verdrietiger. Immers wat is hun toekomst? Het is snelle troost die weer even snel van je afglijdt, als waterdruppels van een regenjas.
Het grootste deel van de gemeente is gelukkig fijngevoeliger. Omdat ze niet goed weten hoe je ze kunnen troosten, geven ze je de ruimte en houden ze -als het hierom gaat- respectvol afstand van je. Iets troostends zeggen is soms moeilijk, dat is waar, een woord is gauw teveel. En toch, niks zeggen is nog erger (Van der Kooi & Ter Horst, 2009, p. 164). In de stilte is iemand pas echt helemaal weg.

Kerkenraden zetten daar soms een dikke streep onder omdat ze druk zijn de ledenlijst ‘op te schonen.’


 
Terwijl je kind nog gewoon een deel van jouw leven is, verjaardagen viert, afstudeert, een beroep uitoefent, kinderen krijgt, bestaat het in de gemeente niet meer. Jij hebt een levende band met je kind, je hoopt nog en bidt nog, maar de gemeente lijkt de band van haar kant allang verbroken te hebben. Terwijl ze daar soms zelfs opgegroeid is en een hele tijd deel uitmaakte van die gemeente. Maar tegenwoordig staat hun naam niet meer in de gemeentegids, sterker nog een heel stel gemeenteleden kennen hen niet eens, de anderen noemen hun namen niet meer of zijn ze inmiddels zelfs vergeten. Is er nog iemand in de kerk die voor hen bidt behalve jij? Het zou zomaar kunnen zijn dat zijn naam een vast onderdeel is van het gebed van gemeenteleden, maar dat zul jij nooit weten. Want we hebben het er maar niet over!
 
Kerkenraden zetten daar soms een dikke streep onder omdat ze druk zijn de ledenlijst ‘op te schonen.’ Want ja, een kerklidmaatschap moet je wel serieus nemen en wie al jaren niets van zich laten horen, gaat duidelijk niet zorgvuldig met het lidmaatschap van de gemeente om. Bovendien zijn het dure leden, omdat ze nog wel meetellen moet de gemeente nog steeds geld voor hen afdragen aan het landelijke kerkverband, terwijl ze zelf niet betalen. Beter om hen op hun plichten te wijzen en als ze niet van plan zijn om meer invulling aan hun lidmaatschap te geven, worden ze van de ledenlijst afgevoerd. Het is zelfs wel voorgekomen dat er in de gemeente geen enkele aandacht aan hen besteed wordt. De namen van de ‘afgevoerden’ worden niet in de mededelingen genoemd, laat staan dat er voor hen gebeden wordt. Wie goed oplet kan hun vertrek via de rubriek mutaties in het kerkblad volgen. Het maakt je als achterblijver schrijnend duidelijk dat je kind niet alleen uit het oog is, maar ook uit de harten. Je vraagt je af hoe je dit aan je kind moet vertellen zonder dat die het als bevestiging van zijn oordeel over de kerk zal zien.

Een deel van je leven en van je geloof groeit op deze manier los van de gemeente.


 
Het draagt verder bij aan de vervreemding die je begon te voelen in je gemeente. Natuurlijk bedoelt niemand je daar een vreemdeling te laten voelen. Maar een deel van jou is vertrokken uit de gemeente. Dat voelt als een amputatie en jij hebt daar last van. Maar in je gemeente kun je niet schuilen voor je verdriet, want de anderen lijken zich daar niet bewust van. Het wordt er immers nooit meer genoemd, het heeft daar geen plek. Niet op de ledenlijst, niet in de gebeden, niet in de gesprekken. Ze zijn daar gewoon niet meer. En jouw verdriet om hen blijft op deze manier ook volkomen buiten beeld. In de gemeente is er geen troost voor dit verdriet. Je moeite wordt meer en meer iets voor jezelf. Een deel van je leven en van je geloof groeit op deze manier los van de gemeente. Het kan zelfs zijn dat je geloofsleven meer en meer iets persoonlijks wordt dat -als je eerlijk bent- behoorlijk losstaat van je gemeente. Thuis kun je soms schuilen, in je persoonlijke gebed bij je hemelse Vader. In de gemeente niet. Het kan zomaar gebeuren dat het bezoeken van de bijeenkomsten van de gemeente in de loop van de jaren steeds pijnlijker voor je wordt. Als je niet voorin hoeft te zitten, vanwege een functie in de gemeente, zou je het liefst helemaal achterin gaan zitten. Dan hou je je gemis zo kort mogelijk en kun je na die tijd weer snel naar huis. Soms ga je maar helemaal niet meer om de confrontatie uit de weg te gaan. Je zou toch maar weer teleurgesteld worden.

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Achtergebleven met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

1 Reactie naar 4. Schuilen?

  1. Piet de Vries schreef:

    Herken dit ben van vrijgemaakt overgegaan naar hervormde kerk,werd afgelezen ,als ongelovige.

Geef een reactie