‘Wie niet polemiseert is niet bekeerd’, was in gereformeerd vrijgemaakte kring ooit een graag gebruikte uitdrukking. Toegeschreven aan de vrijgemaakte voorman prof. dr. K. Schilder (‘K.S.’) betekent het dat als het om de waarheid gaat de toon best heel scherp mag worden. Want de waarheid mag niet verloren gaan, daar moet je om willen vechten. En dan kan iets lelijk klinken maar dan is het toch goed bedoeld, want je wilde er de waarheid mee redden. Ja, je werd scherp uit liefde voor je medemensen.
‘De wierheid hat in skel lûd’, zeggen de Friezen, ‘de waarheid klinkt scherp’. Ze bedoelen ermee dat veel mensen de waarheid vaak maar moeilijk kunnen verdragen; ze klinkt mensen die fout zitten vaak als lelijk in de oren. Maar dat komt meer door hun geweten dan door wat er gezegd wordt.
In de eerste preek over de liefde (2-9-’18) kwam ik tot de conclusie dat het in de kerk van mijn jeugd vaak meer om de waarheid leek te gaan dan om de liefde. Er was wel liefde, maar die was een absolute bijzaak. Terwijl volgens Paulus zelf de mooist geformuleerde woorden zonder liefde klinken als krakend gekrijs, omdat de liefde juist de hoofdzaak is. In dit licht zouden velen in de kerk van mijn jeugd dan de hele tijd de verkeerde prioriteit gesteld hebben.
Maar als men toen een goede bedoeling had met die scherp klinkende waarheid, dan klopte het eigenlijk toch wel in de betekenis van 1 Kor. 13. Want het gaat er niet om dat het liefdevol klinkt, maar dat de bedoeling liefdevol is: de mensen bij de waarheid houden.
Is dit wat Paulus bedoelt in zijn brief? Een vervolg…