
Niet iedereen kent doodsangst in z’n meest ongeremde vorm. Vaker heb ik mensen horen zeggen: “ik ben niet bang voor de dood, wel bezorgd om het sterven.” Toch kennen we allemaal wel een vorm van angst voor de dood. Is het niet om onszelf, dan zeker als het onze dierbaren betreft. Om hen kunnen we heel bezorgd zijn. We kennen zorg over de slecht verlopende medische behandeling van een kind; wachten met grote spanning op een telefoontje uit het ziekenhuis over de afloop van de operatie; zitten met een brok in de keel naast een ziekenhuisbed en hebben -ook nadat we afscheid hebben moeten nemen- soms nog heel nare herinneringen aan het ziekbed dat daaraan vooraf ging.
Velen van ons zullen zich kunnen verplaatsen in Jaïrus, die de Heer Jezus om zijn hulp komt smeken voor zijn terminaal zieke dochtertje, zoals we dat kunnen lezen in het bijbelgedeelte dat zondag centraal staat: Marcus 5.
Onze Heer Jezus reageert op die hulpvraag met een ontspannenheid die bij het volledig de controle hebben over de situatie hoort. Hij is niet bang dat Hij te laat komt, lijkt zich geen zorgen te maken hoe dit gaat aflopen, neemt onderweg de tijd voor nog een ander en stelt Jaïrus gerust: “Wees niet bang, geloof alleen” (36)!
Kunnen die woorden van de Heer Jezus ons nu ook nog bemoedigen als wij geconfronteerd worden met de dreiging van de dood?