Mooie droom?

Eigenlijk zou je komende zondag in kringen bij elkaar moeten gaan zitten in de kerkdienst
(En als je nog niet in een kring zit, voor de duur van de dienst even een tijdelijke kring vormen).
Want dit moet je niet alleen lezen of naar een preek hierover luisteren, maar hier moet je samen even over nadenken en praten. Je moet de woorden proeven, beoordelen en laten bezinken en je afvragen: Welke betekenis hebben ze voor ons vandaag?

We lezen het overbekende gedeelte uit Handelingen 2, de verzen 41-47 (begin maar bij vers 37). Over een gemeente die voor de Heer en voor elkaar in vuur en vlam staat. Is dit een heftig gevolg van de komst van de Geest toen, maar moet je dat nu niet meer verwachten? Of het is anders: kun je dit soort gemeenteleven verwachten als we de Geest de ruimte geven? Dat is nogal een vraag, maar het is wel belangrijk die onder ogen te zien.

Over een gemeente die voor de Heer en voor elkaar in vuur en vlam staat. Is dit een heftig gevolg van de komst van de Geest toen, maar moet je dat nu niet meer verwachten?

In het eerste geval is het mooi om naar te kijken, hoe de Geest het leven van mensen totaal verandert. In een eruptie van geloof en liefde. Net zoals een vulkaanuitbarsting een adembenemend gezicht kan zijn. Je komt onder de indruk van de het prachtige gezicht van de gloeiende lava, het loeiende geluid van de vuurpluim boven de krater en de enorme krachten die het landschap veranderen. Je kunt er urenlang naar kijken en diep onder de indruk komen van de krachten die onder het aardoppervlakte schuilen. Maar gelukkig stopt de uitbarsting na verloop van tijd ook weer: onze aarde zou zoveel verandering niet langer aankunnen. Net zo zouden wij de kracht van de Geest nog niet zo ongedempt en ongefilterd kunnen verdragen in onze levens zoals ze nu zijn. Maar we zien al wel wat er in de toekomst mogelijk is en daar kunnen we nu al warm van worden.

Kan deze tekst iets betekenen voor ons gemeenteleven nu? Zo ja, wat dan? Zo nee, waarom kan dat niet meer zo.

In het andere geval is het een signaal dat we ingeslapen zijn. Deze eerste christelijke gemeente laat ons zien hoe het gemeenteleven kan zijn als we de Geest de ruimte geven. Die kracht die dan vrijkomt zou ons (gemeente)leven naar een hoger niveau tillen en ons samenleven in onze gemeenschap enorm verrijken.
Gaat het hier over een constante stroom van kracht, zoals een stevige stroom water het wiel van een watermolen in beweging brengt. Die kracht drijft allerlei andere instrumenten aan, zoals maalstenen, boomzagen, en oliepersen. De kracht geeft ons mogelijkheden die we anders niet tot onze beschikking zouden hebben. Zij drijft de kracht van de Geest ons aan om instrumenten van de Geest te kunnen zijn in onze gemeenschap en ze geeft ons mogelijkheden die ons anders niet ter beschikking stonden.
Echter zoals we het hier lezen, is het bij ons meestal niet. De vragen worden dan andere: wanneer is dit soort gemeenteleven verloren gegaan? En wat verhindert de Heilige Geest om bij ons ook zoiets los te maken? Of lees:welke hindernissen hebben wij opgeworpen, waardoor de Geest de ruimte niet krijgt in ons midden?

Hoe dan ook, zo’n krachtig gemeenteleven ontstaat niet vanzelf, dan zou het er nu nog wel net zo zijn. En je bewust te zijn van deze geestelijke krachten, haar mogelijkheden te kennen en er naar te verlangen is blijkbaar ook niet genoeg. Immers drie jaar geleden hebben we het ook al eens over deze tekst gehad en helemaal uitgeplozen wat van belang is om dicht bij deze Geest te blijven: bijbellezen, met elkaar optrekken, bidden en de tafel delen.
Een jaar daarvoor was een preek over deze tekst op het gemeenteweekend zelfs de aftrap voor het jaarthema: ‘een levende gemeente!’ Het gaat hier over samen ontvangen, samen leren, samen eren, samen leven en samen zorgen was het toen. Ik begon mijn preek toen met een mooie droom over hoe dit in onze tijd in onze gemeente er uit zou kunnen zien. Veel van jullie reageerden daar toen enthousiast op. Zijn jullie nog enthousiast over die droom? Of breekt het ons bij de handen af. Hoe komt dat dan?

Veel vragen heb je, zullen jullie zeggen. Maar ik hoop dat we komende zondag deze tekst niet alleen weer eens aan de orde krijgen (misschien is het wel de zoveelste keer in je leven), maar hierover ook verder aan de praat komen. Kan deze tekst iets betekenen voor ons gemeenteleven nu? Zo ja, wat dan? Zo nee, waarom kan dat niet meer zo.
Is dit gemeenteleven van deze eerste gemeente alleen maar een mooie droom of kan het ook voor ons het begin van groei zijn.

Wees welkom zondag voor het gesprek, ik zie er naar uit.

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Preken met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie