Zondag 5 april – Mat. 21: 1-11 – ‘Wie?’

Liturgie

Zondag was het Palmpasen.
In de kerk wordt deze zondag al eeuwen gevierd als het begin van de `Goede week.’
Herinnering aan de dag waarop het rijen dik stond op de weg naar Jeruzalem.
Duizenden zwaaiend met palmtakken enthousiast naar een man op een ezeltje.

Iedereen in de kerk kent dit verhaal: Jezus’ feestelijke intocht in Jeruzalem.
Koning Jezus op weg naar zijn troon.
Als je tussen het publiek had gestaan had je vast mee gejuicht.
Onweerstaanbaar was het, als je er bij was moest je haast wel mee doen.
En toch: weet je waarom en voor wie je juicht?
Deze ‘man op de ezel’ is niet gemakkelijk in een hokje te plaatsen.
Die ‘goede week’ loopt trouwens ook niet goed af.

Velen staan er vreemd van te kijken.
“Wie is die man?”, vragen ze hardop.
Als jij Hem zou moeten omschrijven, hoe zou jij dit dan doen?
Wie is Jezus voor jou?

Ook deze dienst was weer online. Nog eens zien? Klik dan op deze link!

Mat. 21, 1-11 – preek – NGKE – 5-4-2020

40D6 – Wie?

[Mentimeter: Wat is jouw voorstelling van de Heer Jezus? Welke omschrijving zou je voor Hem gebruiken? Held, overwinnaar, wijze, loser… of nog een ander begrip]

A. Jezus = Heer

Vol ontzag kijk ik omhoog naar het standbeeld. Zo stelde de beeldhouwer zich keizer Karel de Grote voor.
Daar kan ik me iets bij voorstellen, het is werkelijk een ontzagwekkende verschijning zo. Inderdaad: Karel de Grote.
Echt ‘heer’ Karel naar wie je op moet kijken.
Ik had hem hier niet verwacht voor de Notre Dame in Parijs.
Hoewel, die Asterix figuur links van hem leidde mij wel een beetje af van Karels grootheid.
Jullie begrijpen mij wel: als je denkt aan een koning denk je aan zó iemand.

Jezus is ook een ‘Heer’ (hetzelfde woord). Heer, zoals deze keizer.
Het staat er niet alleen maar Hij is het ook. Als je de Heer ziet als iemand die autoriteit heeft en van wie in principe alles in zijn rijk is, dan zie je dat in deze geschiedenis voor je ogen gebeuren.
‘De Heer heeft ze nodig’, meer hoeven leerlingen van Jezus niet te zeggen en ze kunnen die ezels zó meenemen.
En als Jezus eenmaal op de ezels gaat zitten straalt Hij iets uit waardoor iedereen begint te te juichen:
‘Hosanna voor de Zoon van David’
Wat wij nu lezen en beluisteren van die geschiedenis, dat zijn met majesteit geladen woorden: koningsdag in Jeruzalem.

Dat koninklijke hoor je ook terug in het lied ‘Jezus overwinnaar’.
Een geliefd lied.
Drie weken geleden hebben velen het gezongen.
Een majesteitelijk lied:

Alles buigt voor koning Jezus’
‘U bent de held die voor ons strijd’
‘Elke vijand vlucht, ieder bolwerk valt neer’
‘Jezus Overwinnaar.’

Naam boven alle namen’
De leeuw van Juda

B. Wie? Redder op een ezel?

En toch, als je het plaatje erbij ziet…
Dan is dit toch niet het plaatje van een Heer die ontzag oproept,
zoals dat beeld van Karel de Grote.
Natuurlijk, het klopt met de profetieën over de Messias, zoals die in Zach. 9, dat weet ik wel.
Zo wás de profetie.
Maar het klopt niet met het beeld van een koning […], een bevrijder.
De generaal die de Romeinen komt verjagen.
Dan verwacht je toch een legerleider op een groot paard.
In blinkende wapenrusting en met een vastbesloten gezicht.
Maar toch niet een man op een ezel?
Van wie in die profetie gezegd wordt: zachtmoedig en rijdend op een ezel.
Een vriendelijke en zachtaardige man.
Wanneer Hij Jeruzalem binnen rijdt vragen de mensen: ‘Wie is die man?’
Ik kan me dat wel voorstellen.

Het antwoord is ook wel bijzonder:
‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ (11)
Dé profeet, d.w.z.
de verwachte profeet die na Mozes zou komen.
Hosanna de zoon van David, de koning die ook profeet is.
Nog weer later wordt Jezus ook wel priester genoemd.

Hij lijkt dus wel op koning David die ook wel iets van een profeet had.
Wij hebben nog de psalmen van David.
en iets van een priester: David liep voor de ark te dansen in een linnen priesterhemd (2 Sam. 6: 14)
Maar David was toch vooral de held, die de reus Goliath versloeg en waarover heldenballade gezongen werden:
‘Saul versloeg ze bij duizenden, David bij tienduizenden.’
‘They are the champions’ in het Hebreeuws.David was een stoere held, zo’n overwinnaar was Jezus niet!
David had zoveel bloed aan zijn handen, dat hij de tempel niet mocht bouwen. Een held ontkomt daar niet aan.
Ik snap die vraag wel: ‘Wie is die man?’
Ze dachten in Jeruzalem niet direct:’ ah daar zul hem hebben, de Messias, de verwachte koning.
Dat zie je zo.

Als wij aan een overwinnaar denken hebben wij dat ook,
dan denken we aan een stoere held, een generaal,
voor wie zijn vijanden wegsmelten als kaarsen
‘Alles buigt voor koning Jezus’
‘U bent de held die voor ons strijd’
‘Elke vijand vlucht, ieder bolwerk valt neer’
‘Jezus Overwinnaar.’

Maar zo is het niet, zo denk je te klein van Jezus.
Zo’n overwinning is te gewoon, ja gek genoeg te gemakkelijk?

C. ‘Hosanna’

Maar is Hij dan geen koning, geen overwinnaar?
Jawel, maar van een heel andere categorie.
Zo’n koning kennen we niet buiten Jezus.
Het lied is ook niet onwaar, maar het vertelt veel te weinig over Hem. Het denkt te min van Hem
Jezus is veel meer dan een generaal, veel meer.
Niet te vergelijken met een van onze helden.
Dat zie je al in deze tekst.
Dat zie je ook aan zijn standbeelden

Dit is de bekendste standbeeld dat er van
Hij verdraagt vrijwillig het onbegrip: ‘Wie is die man?’
Hij laat het toe dat Hij zwart gemaakt wordt, dienaar van de duivel noemen ze Hem. Hij gaat met iedereen om: juist met het laagste allooi van die tijd: hoeren, tollenaars en melaatsen, in onze tijd: sekswerkers, fraudeurs en aidsslachtoffers.
Als Hij zijn leven moet riskeren om hen te helpen dan doet Hij dat.
Hij stuurt zijn troepen niet de strijd in. Hij staat zelf aan het front op de moeilijkste plek.
Dat is zijn heldhaftigheid: Hij durft een loser te zijn.
Alles voor jou te verliezen.
Zo’n loser waar je je een beetje voor schaamt,
als je ziet wat je medemensen Hem aandoen.
Als je hoort wat ze over durven zeggen.

Dat is vandaag nog altijd zo hè,
Soms voel je de schaamte om het hoekje liggen, als je hoort wat mensen over Jezus zeggen.
Ook nu weer met de coronacrisis.
Sommigen geven Hem er volop van langs.
Jezus is veel méér dan alleen maar een overwinnende generaal op een groot paard.
Jezus is de redder van het type dat zich onderdompelt in de vieze prut,
om jou er uit te kunnen halen.
Daarbij raakt Hij zelf ook helemaal besmeurt.
Hij ziet er niet uit.
Jezus’ overwinnaar, de prut druipt van Hem af.

Jezus’ majesteit is dat Hij de minste van ons allemaal wil worden
om de allerminsten van ons te kunnen redden.
Dat is heel erg nodig, maar spreekt niet zo tot onze verbeelding.
Want het is ongelooflijk moedig, maar je wordt er niet populair mee.
En het geeft ook wel een beroerd beeld van ons:
‘Allerminsten’ Is het zo erg met ons, dat wij zo’n Redder nodig hebben.
Moet Hij zo diep voor ons gaan.
Jezus lijkt niet zo op een generaal, maar veel meer op een verpleger die met gevaar voor eigen leven de hand van een stervende coronapatiënt vasthoudt omdat hij hem niet alleen wil laten.
Die bij je blijft als jij het benauwd krijgt,
die je ziet terwijl je hulpeloos en depri bent.
En er niet uitziet want je bent in de rouw.
Jezus ziet op je allerslechtst, maar blijft toch bij je.

En de mensen juichten: Hosanna, hosanna voor de zoon van David.
Niemand weet wat Hosanna precies betekent,
maar het zou heel goed ‘Redt nu…’ (Hosi an).
Red nu, red nu Zoon van David.
Dat riepen ze, misschien wisten ze het niet eens.
Maar het was wel precies wat ze nodig hadden.

Dat is Jezus voor ons.
De koning van de losers,
God op een ezel.

Ook in deze geschiedenis, de intocht in Jeruzalem.
Hij komt aan in de stad die Hem over een paar dagen zal executeren.
Hij weet dat!
Dat is het heldendom van Jezus overwinnaar.
Veel mensen trekken voor zo’n held hun neus op,
daar kun je geen stoere verhalen over vertellen.
En het dwingt je ook anders naar jezelf te kijken.
Je bent geen krachtige held die met Koning Jezus overwint,
maar een loser die door de Koning van de losers gered wordt.
Je schaamt je er voor: zo hulpeloos ben je in dit verhaal.

Maar dit is een koning die zich niet oneindig boven je verheven voelt,
van wie je nek pijn doet van het opkijken naar Hem.
Jezus is de koning die oneindig boven je verheven is,
en toch naast je gaat zitten om je te helpen.
Hij is niet de koning van de overwinnaars die sterk genoeg zijn om voor Hem te vechten: 
maar de koning van de losers, die te zwak zijn om zichzelf te redden.

Dat is geen stoer verhaal,
maar wel mooi verhaal.
Want bij deze zachtmoedige Jezus kan iedereen met alles terecht.
Echt álles!
Juist met dat waar je je zo voor schaamt.
In onze diepste crisis komt -ook deze- Hij bij je op bezoek.
Want Hij schaamt zich niet voor jou.
Nooit!

En die koning komt veel dichterbij je dan welke andere koning ook

Hosanna, Jezus. Hosanna , Hosanna…

Amen.

(c) Wieb Dijksterhuis 5 april 2020

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Preken. Bookmark de permalink.

Geef een reactie