Een toepasselijk gebed? – Matteüs 6: 9-13 – 40D4 – 22-3-2020

Deze zondag zullen we opnieuw niet samen kunnen komen. We willen zelf ook doorgaan met ons thema, vandaar toch een korte onlinedienst vanuit ons kerkgebouw.
Komende zondag start de uitzending om 10:15 uur met een aantal psalmen, in de oude berijming!, voor onze ouderen. Als bijzondere bemoediging: zij worden nu wel heel bijzonder door deze crisis getroffen.
Om 10:30 uur gaan we verder met de rest van de dienst. De vierde preek in ons thema ‘Tussen hemel en aarde’. Nu in de vorm van een korte overdenking. Hier op de site, een wat uitgebreidere versie met een aantal vragen e.d. Wil je mij n.a.v. wat hier staat een vraag stellen? Stuur die dan voor zondag naar mij toe, dan kan ik er misschien op ingaan in mijn meditatie.

Zoals jullie hierboven kunnen zien, zijn we in het tweede deel van de Bergrede aangekomen. En wel heel precies bij het gebed dat onze Heer ons aangeeft in Mat. 6: 9-13. ‘Aangeeft’? Het staat er wel wat steviger: ‘Jullie moeten zó bidden?’ Ik lees het echt wel als een opdracht! Maar waarom die vaste woorden in deze vaste volgorde? Voor mezelf gesproken: ik heb niet zoveel op met formuliergebeden.

Formuliergebeden

Als ik een stad bezoek mag ik er graag een kerk binnenlopen.
Meestal is dat een Rooms-katholieke kerk,
want dat zijn de kerken die in de week vaak ook open zijn.
Zo ook die keer in Nijmegen (op de foto staat trouwens een kerk in Friesland).
Het was er mooi rustig, zo tussen de middag
Tot mijn verrassing zag ik dat er in de kerk kleine matjes aan de banken hingen,
die je er af kon pakken om onder je knieën te leggen.
Zo kun je knielen in de kerk, de banken waren er ook geschikt voor.
Dat wilde ik proberen! En zo zat ik voor het eerst geknield te bidden in een kerk.
Een bijzondere ervaring vond ik dat, ik ging helemaal op in mijn gebed.
– en óf je houding van invloed is op je gebed-
Totdat er nóg iemand binnenkwam.
Ik zag de persoon niet -ik zat immers te bidden- maar ik hóórde het des te beter:
een bijna hardop werktuigelijk gefluister vlak achter me, steeds weer herhaald.
Het klonk mij -protestant van geboorte- als werk in de oren, niet als gebed.
Het deed me vreemd aan.

Afgelopen zondag had ik dat ook. Ik kijk op TV naar pastoor Peter van de Weide uit Sneek en het was één en al herkenning: medemens en medechristen.
De dienst na het interview ging ook nog wel.
Totdat hij bij zijn gebed kwam.
Dat was een liturgisch gebed.
Weer haakte ik helemaal af.

Wij protestanten hebben niet zoveel met formuliergebeden, denk ik
-Al hebben wij ze wel hè. Denk eens aan onze formulieren voor doop, huwelijk e.d..-
Trouwens ook van huis meegekregen:

O Heer’, wij danken U van harte,
Voor nooddruft en voor overvloed;
Waar menig mens eet brood der smarte,
Hebt Gij ons mild en wel gevoed;
Doch geef, dat onze ziele niet
Aan dit vergank’lijk leven kleev’,
Maar alles doe, wat Gij gebiedt,
En eind’lijk eeuwig bij U leev’.
Amen

Bad mijn moeder altijd, ‘t is heel vertrouwd, maar ik kwam er niet erg in mee.
Dat is de taal: ‘leve kleve’ ja, maar ook de vorm.
Het voelt niet persoonlijk, en dus niet echt.
Wij bidden liever vrije gebeden,
d.w.z. los van een tekst met eigen gekozen woorden.
Dan kun je het gebed ook veel beter afstemmen op je eigen situatie.
Wat moet je in de coronacrisis nu met een formuliergebed?
Hoe kunnen we in zo’n standaardgebed ooit onze persoonlijke nood aan God voorleggen? Onze persoonlijke vragen aan Hem stellen?

Vraag 1: Hebben jullie dat nou ook?

Wat dat betreft past dat ‘Onze Vader’ natuurlijk niet zo bij ons.

A. Godsbeeld?

Waarom geeft onze Heer Jezus ons hier zo’n standaardgebed mee?
Kun je dat wel met je volle bewustzijn blijven bidden?
Dwalen je gedachten bij altijd dezelfde woorden niet voortdurend weg?
Bovendien is het niet net zoiets als één schroevendraaier voor alle schroeven.
Dat past bijna nooit!
Het blijft behelpen.
Dat is ook zo met het Onze Vader, dat past toch ook bijna nooit?
Hoe kun je met dit gebed voor onze coronacrisis bidden?
Kunnen we, juist nu we meer behoefte aan gebed hebben,
met het Onze Vader uit de voeten?

Ja, waarom eigenlijk dit gebed?

In Lucas 11 (een wat kortere vorm van het Onze Vader) lezen we dat de discipelen erom vragen. In Matteüs 6 begint de Heer er zelf over vanwege de gebedspraktijk in die tijd. ‘Jullie moeten niet wauwelen zoals de heidenen’. Dat waren in die tijd de niet-Israëlieten. Wauwelen d.w.z. veel woorden gebruiken, die steeds herhalen, magische klinkende formules gebruiken en heel lang bidden. Daar zit een idee achter: goden zijn niet in jullie geïnteresseerd! Je moet je uiterste best doen om hun aandacht te trekken.
In Elia’s tijd vinden we er een voorbeeld van bij de Baälpriesters lees 1 Koningen 18 vanaf vs, 25 er maar eens op door.
Een klein beetje verder terug in Mat. 6 lees je volgens mij dat binnen Israël die praktijk ook niet helemaal vreemd was. Maar daar baden ze niet zo lang en intensief om de aandacht van God te trekken, maar om de aandacht van de mensen te trekken.
‘Niet doen’, zegt de Heer Jezus, ‘zo is God niet’. Je hoeft zijn aandacht niet trekken, Hij heeft al aandacht voor jullie (Mat. 6,8). Hij let zo precies op je dat Hij precies weet wat jullie nodig hebben. Lees ook Jes 65,24 :

24Ik zal hun antwoorden nog voor ze mij roepen,
ik zal hen verhoren terwijl ze nog spreken.

En weet je waarom? Hij is jullie Vader!
Dat is een heel ander idee van God!

Vraag 2: Als je eerlijk tegenover jezelf bent, probeer jij dan ook wel eens Gods aandacht te trekken met je manier van bidden?

B. Standaardgebed?

God is onze Vader en daarom in ons geïnteresseerd, zoals -als het goed is- onze aardse vaders.
Maar dan snap ik het nog minder. Je spreekt je vader toch niet in standaardtaal aan?
En daarnaast: hoe kun je ooit een standaard bedenken voor miljoenen, verschillende, mensen, die in allerlei verschillende situaties leven en ook allerlei verschillende vragen en behoeften zullen hebben. Net zoals op de foto, hoe kun je al die verschillende koppelingen met maar één sleutel monteren?

Toch lijkt het alsof de Heer Jezus ons hier leert: hou het eenvoudig en beknopt!
Dat is wel lastig. Om het meest voor de hand liggende voorbeeld te nemen.
Kun je in de coronacrisis met het Onze Vader volstaan?

Vraag 3: als je daar voor jezelf eens over nadenkt welk antwoord zou je daar dan nu op geven?

Het beste is misschien om het gewoon te proberen.
We zijn overrompeld door een gezondheidscrisis in een tijd van hoog gespecialiseerde medische zorg. We hadden niet kunnen denken dat een besmetting ons hier zo zou kunnen raken. Dat verrast en verward ons en we voelen ons ineens heel kwetsbaar.
We dachten misschien dat we onze samenleving zo goed georganiseerd hebben dat we alle uitdagingen aankunnen? En nu begin je je dat toch af te vragen. De mogelijkheid dient zich aan dat er straks geen hulp voor iedereen is.
Je volwassen kinderen willen niet meer thuiskomen omdat ze je niet willen besmetten. Kleinkinderen komen niets langs om dezelfde reden.
De kinderen die thuiswonen zijn de hele dag thuis. Best leuk maar ook ingewikkeld.
Lukt het ons om ons werk te doen en komen zij aan hun school toe? Hoe lang houd je het zo nog vol met elkaar?
De eerste ontslagen zijn al gevallen, hoe zal het met jouw baan gaan?
Hoe gaat het met je bedrijf?
Je ziet je vrienden veel minder en je familie ook niet. Dat is niet leuk!
Kinderen in het buitenland geven je zorgen.
En je eigen gezondheid en die van je dierbaren. Je denkt vaker: ‘heb ik nou keelpijn?’ en: ‘die hoest van jou is wel naar!’ en: ‘hoe lang gaat dit duren? , eigenlijk ‘hoe lang houden we dit vol?’ “Zullen de zorgmedewerkers het volhouden?’
‘God weet toch wel hoe kwetsbaar we zijn?’

En dan te bedenken al die persoonlijke situaties: benauwdheid in een ziekenhuisbed, diepe zorgen naast dat bed, de zorg bij het bed, niet meer op bezoek kunnen gaan, de eenzaamheid die drukkend dreigt te worden.
‘Hoe lang nog Heer?’

En juist nu je de kerk nodig hebt, kun je er niet meer heen gaan!
Wie leest er nu met me mee, bidt er voor me en wie troost me?

Kun je in deze situatie volstaan met het Onze Vader?
Het beste is misschien om het gewoon te proberen.

Onze Vader in de hemel
Nou ja wel een mooi begin. Onze, we maken dit samen mee, sowieso als gemeente. Ook al zien we elkaar niet, we zijn door één Geest verbonden. Wij voelen ons soms alleen, maar we zijn het niet.
En God trekt zich ons lot aan. Wij zijn kinderen van Hem. Hij is onze Vader.
Hij heeft alles gemaakt, hemelse Vader.
Het loopt ons nu uit de hand, maar Hem niet.

Misschien zouden we normaal gesproken op dit moment in onze gebed onze nood bij God neergooien.
Maar je Heer vraagt je in je bidden eerst wat langer bij je hemelse Vader te blijven, te beseffen wie Hij is.
Hij verdient ons respect en niet alleen van ons, maar van alle mensen.
laat uw naam geheiligd worden.
maar dan nu…
Nee nog niet, laat uw koninkrijk komen
Nou ja, dat is wel zo, ook nu. Wij maken ons zorgen over onze wereld.
Ja heel dichtbij om ons Koninkrijk der Nederlanden.
Toch zal deze crisis nooit het einde van de wereld zijn: want Vaders Koninkrijk komt eraan! Bidt daarom! Dat is belangrijk.
en nu dan…?
Nog even wachten, denk aan wat dat betekent:
en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Stel je dat nu voor…Het komende koninkrijk is een goed koninkrijk.
Gods wil wordt er niet meer doorkruist door dwarsdenkers en eigenwijzen.
Door politieke regimes die een virusuitbraak onder de pet proberen te houden bijv.
Door politici die een crisis gebruiken voor hun eigen partijprogramma.
Door fabrikanten die geld willen verdienen nu iedereen hun producten nodig heeft.
Om maar een paar dingen te noemen.
Nee. dat soort dingen gebeuren niet meer, de Heer legt ons het gebed om dat goede Koninkrijk in de mond. Dat éérst!

Mag ik nu dan eindelijk mijn nood klagen…, ja
Geef ons vandaag het brood dat we nodig hebben
Maar.. we hebben toch veel meer nodig?
Dat is het nu net, dat wéét God wel (8)
Je hoeft Hém niet te vertellen wat je nodig hebt.
We bidden a.h.w.: we zijn afhankelijk van uw zorg.
Nou Hij weet precies wat we nodig hebben.
Dat lichamelijke komt wel goed bij God.
Is het niet voor onze sterven dan zeker na ons sterven.
Immers, zelfs over de dood is Hij de baas.
Het kan hier en nu immers nog niet (helemaal) goed komen.

Brengt de Heer ons daarom ook direct weer terug bij onze geestelijke problemen:
de schuld die we hebben: aan God, aan mensen, aan de situatie. Ook deze.
Als we daarvan los zijn, worden relaties weer heel: met de Vader, de Heer en de Geest als zij ons vergeven, met onze medemensen als wij hen in het voetspoor van de Heer Jezus leren vergeven.

Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.

Maar het koninkrijk is er nog niet, daarom: En breng ons niet in beproeving,
Onderweg naar (de voltooiing) van het Koninkrijk zal er veel druk zijn, veel verleiding ook om daar eigen ‘oplossingen’ voor te zoeken en ook onze eigen ‘verlossers.’
Een voorbeeld van zo’n beproeving onderweg naar het Koninkrijk is de crisis waar we nu doorheen gaan.

En een belangrijke speler zal ook nog uit de weg moeten:
maar red ons uit de greep van het kwaad (de boze; het kan allebei).
De persoon die ons een verkeerd beeld van God geeft, verkeerde oplossingen er verleidelijk uit laat zien, ons opzet tegen elkaar, die ons van God los probeert te maken met wie een hele wereld aan nepnieuws, machtwellust en kwaad meekomt.
Verlos ons van hem Heer en van alles wat bij hem hoort.
Ook in deze crisis.

Weten jullie wat ik denk? Dit gebed is voldoende, ook voor de coronacrisis.

Vraag 4. Hoe kijk jij hier nu tegenaan?

C. Prioriteiten

Weten jullie wat mij opvalt aan het gebed dat de Heer Jezus ons leert?
De Heer Jezus leert ons niet alleen prioriteiten te stellen in ons spreken tegen God,
maar ook in ons leven met de Vader, de Zoon, en de Geest.
Immers hoe kun bidden om iets als je dat ook al niet zelf probeert te doen?
Daarom wat je vraagt in je gebed, zal ook de behoefte in je leven moeten zijn, anders meen je het niet!

Als je de prioriteiten in deze wereld met de ogen van de Heer ziet, geeft dat rust.
Onze hemelse Vader is groter dan de coronacrisis!
Deze crisis kan ons leven niet voor altijd bedreigen: Vaders Koninkrijk is aantocht, daar gebeurt wat Hij wil en dat is niet zo iets als dit. Onze Vader is betrouwbaar: Hij heeft een onkreukbare reputatie.
Ik hoef Hem niet helemaal uit te leggen wat ik nodig heb, dat wéét Hij wel.
Hij is immers mijn Vader en wij zijn zijn kinderen.
Hij peilt mijn problemen dieper: mijn schuld, mijn moeite om te vergeven, de boze en het kwaad. Hij legt me de woorden in de mond om vooral om verlossing daarvan te bidden.
Gezien via de ogen van de Heer slinkt deze wereldomvattende crisis ineen tot een moeilijke periode onderweg naar een gelukkige toekomst in het Koninkrijk.
God zij geprezen! Dat zou je met alle problemen nu zomaar uit het oog kunnen verliezen.

Goddank!

Om bij het begin terug te komen.
Ik ben nog steeds niet zo van de standaardgebeden,
maar in dit geval ben ik er wel blij om dat de Heer ons persoonlijk bij de hand neemt
en ons de prioriteiten weer laat zien.
Gelukkig wel.

Amen!


Aangever voor een gesprek
Als ik wat de Heer Jezus ons leert met het Onze Vader en alles rondom dat gebed, dan merk ik dat mijn verlegenheid al een hele tijd aan het groeien is.
Ik ben opgegroeid in de tijd van de standaardgebeden (zie boven). Ik maakte het aan tafel bij vriendjes nog al eens mee dat mensen niet hardop (wilden, konden of durfden?) bidden. Ze baden een stil gebed.
Nu leef ik in een tijd van: gebedswandelingen, week van gebed, een nacht van gebed, nationale gebedsdagen, gebedskalenders e.d.. Natuurlijk is dat weer beter dan vroeger.
Maar dan lees ik Mat. 6 weer en word ik er verlegen mee. Verlegen ja, want bidden is toch goed? En die bidders dat zijn mijn broers en zussen in Christus. Die doen dit uit geloof. En toch als dit weer lees, vraag ik me wel af of we niet wat terughoudender zouden moeten worden.
Lopen we met alle goede bedoelingen toch niet weer het risico in een praktijk terecht te koemen dat het lijkt dat een gebed beter is (of pas goed is) als het lang is, als we veel invoelende woorden gebruiken, als we met veel mensen lang achter elkaar bidden enz. Leert de Heer Jezus ons niet veel eenvoudiger te bidden?
Onze Vader wéét toch wel wat we nodig hebben, geloven we dat nog?
Hoe kijken jullie daartegenaan?

(klik voor NLB 1006)



Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Preken. Bookmark de permalink.

Geef een reactie