4. De impact


We zitten met zijn allen aan tafel. We eten en drinken en praten wat met elkaar. Zo nu en dan hoor ik het trillen van een mobiel en stokt het gesprek even. Haar ogen draaien even in de richting van haar smartphone om te zien wie er contact met haar zoekt. Toch is het niet zo dat ze die telefoon belangrijker vindt, maar het is moeilijk te verdragen niet te weten wie er contact probeert te zoeken.

Uit de beschrijving  van Van der Heijden dat het voor jongeren veel meer om hen zelf draait; dat ze hun eigen waarheid zoeken en niet zoveel hebben met iemand die ze de waarheid wil uitleggen, zou je het idee kunnen krijgen dat jongeren nogal hard en egocentrisch zijn tegenwoordig. Maar daarmee doe je ze geen recht. Jongeren zijn niet onverschilliger dan anderen, maar wel meer dan anderen de weg kwijt in deze samenleving. Dat schrijft drs. Els van Dijk in haar boekje De  hunkerende generatie. In het dagelijks leven directeur van de Evangelische Hogeschool heeft ze veel contact met jongeren. Dat brengt haar tot een duidelijke mening over de jongste generatie samen met hun ouders én andere opvoeders. Zij is kritisch over wat jongeren doen, maar ziet hen vooral als ‘kwetsbare mensen in een verwarrende samenleving’. Meer als slachtoffers dus, dan als daders. Dat zijn vooral hun opvoeders en mede-opvoeders.
(drs. Els van Dijk, De hunkerende generatie. De leefwereld van jongeren. Apeldoorn: De Banier 2011).

Het is een grimmig beeld dat ze schildert van de jongeren die zij ontmoet en hun opvoeders. Velen lijden onder vermoeidheid en stress door ouders, vrienden en huiswerk. Veel problemen zijn een gevolg van materialisme en het rusteloos najagen van succes door ouders. Ze hebben er moeite zichzelf te ontplooien, want als alles mag, wat moet je dan kiezen? Ouders hebben het te druk met zichzelf. Orthodoxe gereformeerde jongeren leven in een spagaat: ze houden er voor zichzelf vaak andere opvattingen op na dan die ze thuis en in hun kerkelijke gemeenten krijgen voorgehouden. Vooral als het gaat om seksualiteit, een belangrijk thema voor jongeren, is er onder hen al jaren een heel nieuwe praktijk aan het groeien. De angst om iets te missen van de grote hoeveelheid informatie, maakt hen ziek. Het gedrag wat je van hen ziet komt niet door een gebrek aan interesse maar is een symptoom van iets dat veel dieper ligt; van onmacht en van vragen en hunkeringen waar ze zich zelf lang niet altijd van bewust zijn.
Uit de beschrijving va Van Dijk begrijpen we dat jongeren niet alleen beïnvloed worden door de moraal van de samenleving, maar dat die ook een behoorlijke, negatieve impact op hen heeft. Orthodox-protestantse jongeren in onze samenleving lopen niet alleen een groot risico vervreemd te raken van hun christelijke roots, maar ook beschadigd door de ‘verworvenheden’ van onze moderne samenleving.

In de belevingscultuur van vandaag gaat het er niet alleen om dat iets waar is, maar dat je de waarheid kunt voelen. Dat je er door geraakt wordt. Je beleeft het leven via je zintuigen. Populair genot is lichamelijk (seks, eten), psychisch (macht), materiaal (genot, geld, gadgets). Maar die ervaring kun je niet delen, omdat dáár nu net niet veel gelegenheid voor is, je bent alleen in je ervaring. Wat heeft het dan voor zin: wie ben je eigenlijk en waarom leef je? Omdat dit in het echte leven voor veel jongeren onduidelijk blijft, hebben ze volgens van Dijk de neiging weg te vluchten in de virtuele realiteit (games e.d.).
Er komt zoveel aan informatie op ze af dat ze het maar over zich heen laten gaan. Overal op ingaan kan niet, overal een mening over hebben ook niet, kiezen is zelfs moeilijk (waarom het één wel het het ander niet). Beter maar ‘chilluh’ en het het maar over je heen laten komen. Jongeren zoeken echtheid, doorleefheid en verbondenheid, maar raken opgescheept met allerlei surrogaten in onze hysterische samenleving.
In die nogal individualistische samenleving is in allerlei hokjes opgesplits. Ieder hoekje van de samenleving heeft zijn eigen regels.

Ieder kan voor zichzelf wel voorbeelden noemen van ‘ander gedrag dan je eigenlijk goed vind’. Een medestudent theologie kende ik als een toegewijd en integer christen. Maar op het voetbalveld veranderde hij in een fanatieke krijger die hardgrondig kon vloeken als een actie mislukte.
In de krant las ik vandaag een artikel over christenen die -als politicus- onderdak zoeken bij een een niet christelijke partij. Zij geven hun christen-zijn niet op maar kijken niet zozeer naar het totale pakket van overtuigingen dat de partij huldigt maar veel eerder naar het effect van voor hen belangrijke praktische politiek. En aantal andere opvattingen van de partij nemen ze kennelijk op de koop toe.     (68(ND)23 augustus 2012)

 

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in jongeren in de kerk. Bookmark de permalink.

Geef een reactie