“Bij het graf hoef je niet te huilen, want we hebben zo’n mooie belofte.”
Iemand zei dat eens tegen me. Het leek mij maar vreemd.
Want hoe mooi de belofte ook, je moet op dat moment wel afscheid nemen van iemand die je dierbaar was. Kan het hart het hoofd hier wel volgen?
“Wees altijd blijā¦!”, de opdracht van Paulus in Fil. 4 treft me net zo.
Mijn eerste reactie is er een van onbegrip en afweer, ‘hoe kan dit dan?’
Maar ook: ‘waarom moet dit zo?”
Mogen christenen hun emoties niet tonen, als ze anders zijn dan blijdschap?
Mijn gevoel kan hier de inhoud niet volgen.
Uit ervaring weet ik dat het mij niet lukt om deze opdracht uit te voeren.
Op een grote christelijke zomerconferentie, was er elke dag een dienst.
Midden in de week werd het me ergens te veel.
Of dat nu aan de diensten lag? Waarschijnlijk niet.
Het zal wel aan mij gelegen hebben.
Ik was met het verkeerde been uit de slaapzak gestapt
en dat gevoel ging die morgen niet meer weg.
Bij de tent blijven wilde ik niet, toch wel bang om een verkeerde indruk na te laten bij de gemeenteleden die om me heen kampeerden.
Net in die bijeenkomst werden we opgeroepen om hardop te juichen voor de Heer.
Dat lukte me die morgen niet!
Met een bewolkt gemoed liep ik de tent weer uit.
Terug bij de tent vroeg een zuster me vol enthousiasme:
“Vond jij dat juichen ook zo fijn?”
Hartgrondig gromde ik: ‘nee!’.
Mijn zuster in ongelovige verbazing achterlatend.
Ik kan niet altijd blij zijn!
Sterker nog, ik wil niet altijd blij zijn.
Soms ben ik gewoon te verontwaardigd, helemaal van mijn stuk.
Dan kan ik gewoon niet blij zijn.
Ik heb het altijd een beetje moeilijk gehad met sommige christelijke presentatoren.
Die lachen altijd.
Of zou dat alleen maar voor de camera zijn?
Ik kan bijna niet geloven dat dit echt is!
Hun humeur zal toch ook wel eens tegenvallen?
Volgens mij, kan Paulus dit helemaal niet bedoelen.
Zelfs de Heer Jezus uitte zijn boosheid wel eens:
“Jullie hebben (van de tempel WD) een rovershol gemaakt”,
t egen de handelaren op het tempelplein [Mar. 11:17].
Als Hij Jeruzalem ziet opdoemen na een reis, moet Hij huilen [Luk. 19:41].
Zo toont Hij zijn verdriet over wat de stad te wachten staat..
Paulus kan zelf ook heel pittig uit de hoek komen:
“Galaten, u hebt uw verstand verloren!” [Gal. 3, 1].
“Wees altijd blij!”, schrijft Paulus.
Maar wat bedoeld hij ermee?
Kom zondag a.s. verder luisteren.