
Een paar weken geleden startte de serie ‘House of the Dragon’ op het netwerk HBO.
De opvolger van het roemruchte ‘Game of Thrones’. Er zijn voor een christen heel veel redenen om deze serie (s) niet te gaan zien. De serie is nogal expliciet als het gaat om seks en geweld. Maar meer dan dat schildert het een werkelijkheid die je nu liever niet voor je ziet: intriges, leugens, moord en macht. Toch vermoed ik dat veel christenen deze serie gezien hebben, want ze heeft heel veel raakvlakken met ons menszijn. Als mensen voelen ons aangetrokken tot dit duistere verhaal, zeker omdat het zo spannend verteld wordt dat je graag wilt weten hoe het afloopt.
Het is eigenlijk het verhaal van een dysfunctionele familie waarin sprake is van machtsspelletjes, jaloezie, arrogantie, verraad, leugen, wraak en zelf (poging tot) moord. In Genesis 37 komen we opnieuw de familie Israël tegen waarvan al deze menselijke trekken sprake is. Deze familie is het begin van Gods volk. Als het er zo voor staat in Gods volk, heeft dat dan eigenlijk wel toekomst? De familie lijkt voor onze ogen uit elkaar te vallen. En als we de lijn doortrekken, komen we ook binnen de kerk nog vaak van dit soort trekjes tegen: mannetjesmakerij, misbruik, wraak, leugens, veroordeling en felle meningsverschillen en uitsluiting Kunnen wij op onze beurt niet ook de vraag stellen: heeft de kerk nog toekomst of kun je daar alleen maar van dromen?