
Wanneer heb je voor het laatst voluit en zonder reserve gelachen?
Diep van binnenuit, recht uit het hart!
Weet je het nog?
Abram en Saraï hadden wat God hen gezegd voor waar aangenomen.
Ze waren vertrokken vanuit hun familie en thuisland naar een onbekend land.
Er was hun keer op keer heel veel beloofd. Ook dat wat ze al jaren pijnlijk misten: een eigen kind, een zoon en erfgenaam zelfs. En met dat kind zou het geluk meekomen, een reputatie die voor iedereen om hen heen zou klinken als een klok. Ze zouden uitgroeien tot een eigen volk dat woonde op hun eigen grondgebied. Internationaal befaamd!
Maar vijfentwintig jaar later hadden ze nog geen vierkante meter eigen grond, geen eigen zoon. Ja, een soort donor-zoon via een draagmoeder. Abram, de vader, had de jongen lief, maar Sara bleef moeite met de jongen houden.Voor haar was hij niet de vervulling van Gods belofte. Gehad het plan nog wel zelf bedacht, maar nu kon ze er niet meer in meekomen. Alleen over hun inkomen hadden ze geen zorgen: het ging hen voor de wind.
Ze konden vast nog wel lachen, zo nu en dan, maar een bevrijdende lach was het niet meer.
Die was met de verwachting en met het ouder worden versleten.
De biologie had de belofte immers onmogelijk gemaakt. Die onverbiddelijke grens kan geen mens over.
Als ze terugdachten aan de belofte, bestierf de lach op hun gezicht tot een pijnlijke grimas.
Wat zeggen Gods beloften ons nog als de grenzen van het denkbare bereikt zijn?
Wat zeggen Gods beloften ons nog als de grenzen van het denkbare bereikt zijn?
Als je hoopt tegen beter weten in is?
Als de lach je op het gezicht bestorven is? Omdat je eenvoudig niet begrijpt hoe het ooit nog anders kan worden.
Voor God is niets onmogelijk, lezen we.
Kan dat echt waar zijn?
Abraham de vader van de gelovigen, moest veel geduld leren ……