
20 november zal voor ons altijd een bijzondere dag blijven. Jaren lang was het een feestdag in ons ouderlijk gezin: de verjaardag van mijn vader. Tot op die zondag 20 november 1988. Ineens overleed toen mijn schoonvader, volkomen onverwacht, nog maar negenenvijftig jaar oud. Vanaf toen was het een dag van gemixte emoties: rouw en vreugde, en later van herdenken en vreugde. Tot mijn vader overleed op 8 september 2010, toen was het afgelopen met het feest op 20-11. Tenminste bij ons dan. Sindsdien is het een gemankeerde dag, een wees tussen de andere dagen van november. Ze doet denken aan al die mensen die ooit bij ons hoorden, maar niet meer onder ons zijn.
In de loop van de tijd worden de wonden van de rouw littekens die steeds minder gaan schrijnen maar toch nooit helemaal weggaan. Iemand beschreef rouw eens als een spiralende weg bij het verlies vandaan. Na het eerste moeilijke jaar kom je ieder jaar weer langs de datum, maar bij elke keer passeren wordt de pijn doffer en verandert ze langzamerhand van karakter in een gevoel van verlangen (en dus van gemis).
Deze zondag, 20 november, is het Eeuwigheidszondag, de laatste zondag van het kerkelijke jaar, waarop we traditioneel terugdenken aan hen die ‘uit de tijd zijn gekomen’, zoals ze dat in het Oosten van ons land zo mooi zeggen. Zondag lezen we uit Klaagliederen de rouwklacht over het verwoeste Jeruzalem. Deze vijfentwintighonderd jaar oude klacht heeft nu nog betekenis voor ons.
Voor de jongeren onder ons is dit waarschijnlijk -ik hoop dat tenminste- iets moeilijker voor te stellen. Rouw kun je je maar moeilijk voorstellen als je het nog nooit hebt meegemaakt. En toch dat gevoel lijkt op alle andere verlies dat je ooit eens hebt geleden. Een mooie wedstrijd, je fiets die werd gestolen, je vriendje dat verhuisde en toen je van de basisschool ging. Helaas, totdat de Heer Jezus terugkomt, kan het niet anders of je lijdt verliezen in het leven. Toch is dat niet het laatste woord dat erover te zeggen is.
Liturgie
- Votum en groet
- Zingen: NLB 598 Als alles duister is
- Ritueel met kaarsen in het doopvont. (Luisteren naar Sela: ‘De mensen die we missen’)
- NLB 727, 1-4 Voor al heiligen in de heerlijkheid
- Gebed
- Kindervoorbeeld
- Zingen: OpfK 40 Je hoeft niet bang te zijn
- NLB 314 Here Jezus, om uw woord
- Tekst: Klaagliederen 1 1-6 & 3 31-36
- Overdenking
- Zingen: NLB 103e Bless the Lord my Soul
- Voorbede
- Collecte
- NLB 245 ‘k Wil U o God mijn dank betalen
- Zegen
- Na de dienst: De mensen die we missen (Video)