Ervaren leider gezocht (m/v) – Joh. 21: 15-19 – 6-9-’21

“Kann ein Pastor Selig werden?’ las ik ooit eens: Kan een pastor zalig worden?”
Die vraag maakte toen indruk op me, want het is toch zo dat je, als je veel over God weet, geen excuus meer over hebt. 

Toen de EO met de serie ‘Uitgepreekt‘ startte over dominees die ongewild hun ambt hebben moeten neerleggen, kwam de herinnering aan die vraag weer bij me boven. Én die aan de geschiedenis waarvan ikzelf getuige was. Jaren geleden las ik van een collega die was geschorst en afgezet vanwege een ‘zonde tegen het zevende gebod’. Een overweldigend gevoel van spijt kwam bij me boven. Niet zolang daarvoor had ik bij deze dominee in de kerk gezeten en had ademloos naar hem zitten luisteren. Zelden had ik zo horen preken! En om dan nu te lezen dat deze man echt ‘uitgepreekt’ was ervoer ik als een enorm verlies, een overwinning van satan. Tien jaar later las ik dat deze ex-dominee zijn classis (vergelijkbaar met een regio) verzocht had hem weer in zijn ambt te herstellen. Hij had daadwerkelijk berouw (hij had zich met zijn vrouw verzoend) en hij had lang op de strafbank gezeten. Het leek mij een redelijk verzoek. De classis was onverbiddelijk: zij herstelden hem niet in zijn ambt. Toen verzuchtte ik hardop: kan een dominee eigenlijk ooit vergeving ontvangen! Niet van mensen, zo bleek. En van God?

Petrus heeft zijn Heer verzaakt, gewoon glashard ontkent dat hij hem ooit eerder gezien had. Het lijkt me het ergste dat je als aangewezen apostel kunt doen: je Heer ontkennen, terwijl je Hem juist bekend moet maken. In de geschiedenis van Joh. 21 komt het voor hem onverwacht tot een confrontatie met zijn opgestane Heer. Hoe reageert die op zijn ontrouwe apostel? En hoe reageren wij op zonde en ontrouw?

Als je de geschiedenis uit het evangelie van Johannes erbij pakt, we lazen de verzen 1-19, dan merkt je als eerste dat dit al de derde keer is dat de Heer een deel van zijn leerlingen bezoekt na zijn opstanding uit de dood.
Maar er vallen verschillende zaken op, vooral in de verzen 15-19 in het gesprek met Petrus. Jezus noemt hem weer Simon alsof Hij weer bij het begin begint. Ook het feit dat Petrus wil gaan vissen -zijn oude beroep!- doet denken aan het allereerste begin. Net zoals het wonder met die visvangst, trouwens. De mens Petrus herken je in alles: hij neemt het initiatief om te gaan vissen, hij kan niet wachten tot tot de boot aanlegt als hij begrijpt dat zijn Heer Jezus daar aan de kant zit en hij ook weer de eerste die de opdracht van zijn Heer uitvoert.
Dat is Petrus: een mens als een open boek, die het voortouw neemt. Iemand om op te bouwen, inderdaad.
Maar diezelfde Petrus heeft ook glashard ontkent dat hij zijn Heer zelfs maar kende. Sinds dat de Heer Jezus is opgestaan is dat niet meer tussen hen aan de orde geweest. En nu noemt de Heer hem weer Simon.

Toch is, Simon, niet bang voor zijn Heer. Je ziet dat aan zijn enthousiasme en je hoort het aan de toon van van het gesprek. Maar je merkt wel aan alles dat de Heer hem herinnert aan die keer. Vandaar die drie vragen parallel met de drie keer dat Petrus Hem verzaakte. En toch is het geen afstraffing, maar een bewogen vraag van de Heer naar het belangrijkste: of Simon Hem lief heeft. En dan maakt Hij hem weer Petrus, rots waarop zijn gemeente gebouwd wordt. ‘Hoedt mijn schapen’.

Als liefde voor Jezus het belangrijkste is voor geestelijke leiders, valt op dat dit in onze advertenties waarmee we naar een voorganger zoeken, vaak niet genoemd wordt. Verwachten wij teveel van die voorgangers zelf en te weinig van Jezus? Verwachten wij misschien zelfs wel het verkeerde van onze geestelijke leiders? Nl. dat ze zichzelf goed kunnen redden?
Willen wij het liefst dat hij ons ideaal van een perfecte christen hooghoudt, iemand die allemaal wel kan wat ons toch niet lukt?

Jezus leert ons hier wat het belangrijkste is. Niet wat Simon gepresteerd heeft of zijn kwaliteiten maken hem een geestelijk leider, maar zijn liefde voor zijn Heer.
In alle kwetsbaarheid is dat beslissend. Simon was een gelouterd mens, zijn grootspraak dat hij meer van Jezus hield dan de anderen, herhaalt hij nu niet meer. Hij weet inmiddels wel beter. Een geestelijk leider is het meest waard als die in alle kwetsbaarheid de gemeente kan voorgaan in berouw tonen en genade ontvangen en ook in zijn verwachting van de Heer.

Daarom vind ik het best jammer dat de collega van hierboven niet opnieuw kon beginnen. Hij was immers ook gelouterd. Hij had zich verzoend met de Heer en met zijn vrouw. Hij kon nu in alle kwetsbaarheid voorgaan in berouw en genade.
Verwachten we teveel van onze voorgangers? Verwachten we ook teveel van elkaar en van onszelf. Wordt het klimaat in onze gemeenten daarom ook behoorlijk onveilig? We geven elkaar de indruk dat we het zelf wel redden. Immers onze blik is kritisch. Maar kan een aangeslagen mens die vol berouw is dan eigenlijk wel in ons midden aankomen met zijn moeite?

Laten we samen vooral naar de Heer kijken en niet zo op elkaar letten.
Zodat we als kwetsbare lotgenoten terecht kunnen bij elkaar en ook bij de Heer.
We mogen geloven dat de Heer ons wil redden en zalig maken.
Ja dat door Hem zelfs een pastor zalig kan worden.

Wil je de preek nog eens beluisteren dan kan dat hier, de dienst terugkijken kan hier. De preek begint op 34:00.

De volgende keer gaan we verder met Esther, ene nogal MeToo-gevoelige geschiedenis. Een meisje kan er nog een sprookje in zien, maar hoe kijkt een volwassen vrouw hier eigenlijk naar?

Liturgie

1.  HH 587 Halleluja Adonai – een lied op de drempel naar de ontmoeting met God

2. Opw 328 O Heer ontferm U over ons … we voelen ons klein bij God

3. Wees niet laf (maar doe wat Jezus wil) – lied voor de kinderen

4. HH. 486 Laat ons Christus zien – bede voor de bijbellezing

5. HH. 386 Wil je opstaan en mij volgen – vraag om toewijding na de preek

6. NLB. 428 Overvloedig geef ik U – God laat ons niet met lege handen door het leven gaan


HH = Hemelhoog Opw. = Opwekking NLB = Liedboek voor de kerken (2013)

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in Preken, Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactieReactie annuleren