‘Flipperkasteffect’

e35967a0_vbattach99690

Al jaren sta ik er gefascineerd naar te kijken hoe de ‘zilveren’ bal door de hele kast heen en weer stuitert. Iedere keer opnieuw gestuit door een bumper die ‘m weer de andere kant op kaatst, dan wel versneld door een flipper die de bal  een keiharde klap meegeeft tot hij trillend blijft hangen tussen een stel ronde eilandjes in het midden, tot dat die vaart verliest en losschiet weer een andere kant op. Zolang er beweging is, is er hoop! Want als fanatiek flipperaar probeer je in ieder geval één ding te voorkomen: dat de bal vaart verlies en met een slap boogje ergens midden onder in de kast verdwijnt . Want beweging betekent scoren, stilstand is ‘game over’.

Zolang er beweging is, is er hoop! Zou dit ook voor onze kerkdiensten opgaan? Steeds als we het gevoel krijgen dat de boodschap niet meer helemaal overkomt, geven we weer een duw de andere kant op in de hoop dat we daarmee wel scoren. Eigenlijk weten we niet zo goed in welke richting, want echt controle hebben we niet. En toch proberen we die te krijgen door de boel in ieder geval in beweging te houden. We krijgen steeds vaker het gevoel een soort ‘pinballwizzards’ te moeten worden, die de bal hoog houden op hoop van zegen.

Maar stel dat het de bedoeling is dat de bal een doel bereikt in plaats van heen en weer te stuiteren. Dan pakken we het juist verkeerd aan en zouden we het spel moeten veranderen door een heel stel van die bumpers, weerstanden, weg te halen om te voorkomen dat de bal heen een weer blijft vliegen.

Een citaat van  Martijn Dekker in een vervolg op zijn eerdere blog, geeft hetzelfde idee:

‘Kerken proberen vaak al veel en toch helpt het niet. Jongeren blijven weggaan. Heeft het dan wel zin om dergelijke dingen te doen?’
Een jongere reageerde op de vorige blog dat er in hun kerk van alles gebeurde, maar dat jongeren bleven weggaan: ‘geef ons alsjeblieft weer structuur en duidelijkheid’ was zijn oproep.
(Voor de hele blog zie hier)

Waar moet die duidelijkheid ‘m nu in zitten? In ‘sneller, feller, radicaler’? In ‘eerlijk en charismatisch’? En komt de boodschap als we hem zo brengen wel over? Of zit het niet alleen in de boodschapper, maar ook in het publiek. Staan ze er gewoon niet meer open voor en ketst de boodschap zomaar op hen af? Een beetje verveeld: ‘been there, seen it, done it!’

Ik moet aan mezelf denken, jaren geleden een kritische jongere in de GKV van Groningen-Noord. Er waren maar weinig sprekers die de toets van mijn kritiek kon doorstaan. Ze moesten  wel van heel goed huize komen, wilde het bij mij over komen.
En toch is dat een tijdje helemaal anders geweest. In die tijd deed ik mee aan een groot evangelisatieproject in de stad en probeerde iedere dag voor mensen die er niet zoveel mee hadden onder woorden te brengen wat geloven nou voor mij betekende. En dat viel me niet mee! Ik voelde klein, onzeker en zoekend naar woorden.
Maar mijn beleving van de zondagse diensten veranderde in één klap. Ik zie hem nog staan, die wat oudere ouderling die de taak had in die vakantieperiode een preek te lezen. Hij had gekozen voor een degelijke preek van een degelijke predikant en hij las het degelijk voor. Normaal gesproken zou ik dit afgesabeld hebben, maar nu hing ik aan zijn lippen als een droge spons verlangend naar wat drupjes water. Want ik had het nodig. Morgen moest ik weer met mensen over mijn geloof praten. Ik ben, nu ik er aan terugdenk, nog verbaasd hoeveel verschil dat maakte.

Laat ik de vraag daarom eens omdraaien: als God de hele week je leven nauwelijks raakt, is er dan zondags eigenlijk nog een vorm te verzinnen die de boodschap wel bij je binnen brengt?

Is de kans niet groot dat je er dan ook niet echt op zit te wachten?

Over Wieb Dijksterhuis

Predikant met Groningse wortels die sinds 2000 in het midden van land woont, samen met zijn vrouw. Hun vier kinderen wonen inmiddels tussen Ermelo en Hasselt (BE). Van 2006-2016 predikant in NGK de Ontmoeting (Voorthuizen-Barneveld). Vanaf 31 januari 2016 de voorganger van de NGK van Ermelo, een warme gemeente tussen de randmeren en de Veluwse bossen. Zijn roots blijven hoorbaar en merkbaar. Hij kan het niet helpen de wereld 'toch' vanuit een Gronings standpunt te blijven bezien.
Dit bericht is geplaatst in jongeren in de kerk met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie