In deze weken voor Pasen vieren wij in onze gemeente het project ‘Feest van Genade’. De komende dagen hier op mijn blog een aantal bijdragen die met het oog daarop geschreven zijn. Vandaag over ‘zonde’.
En toen ineens die onttrekking. We woonden al een poos niet meer in dezelfde stad, was ons iets ontgaan? Op een lange brief kregen we geen antwoord. Maar na jaren botsten we op straat zo ongeveer tegen elkaar op en nu zaten we dan nu eindelijk weer tegenover elkaar. Zijn vriendin, met wie hij inmiddels al weer jaren samenwoonde ,was er ook. Hij was jarig en er zaten nog meer uit zijn vriendenkring. Niemand die we van vroeger kenden.
De vervreemding was totaal! Hij ging vroeger altijd vol respect met anderen om. Dat betekende dat hij er naar streefde nooit over een ander te praten waar die zelf niet bij was. Daar sprak hij ons ook op aan! Maar nu zat hij mee te lachen over de laatste roddels uit zijn huidige kennissenkring. Het waren nogal onfrisse verhalen, maar hij vertrok geen spier. Alsof het hem allemaal niets meer deed.
Het was ons al snel duidelijk dat we eigenlijk weinig meer met elkaar te bespreken hadden. Niets van wat we vroeger deelden en waar we toen met elkaar over discussieerden, leek nu nog belangrijk voor hem. Hij was kennelijk aan een heel nieuw leven begonnen, waarin veel overtuigingen van vroeger geen enkele rol meer speelden. Ze leken helemaal verdwenen. Aangeslagen gingen we die avond weer naar huis.
Deze week gaan we het met elkaar over ‘zonde’ hebben. Een teer onderwerp, want het hangt samen met schaamte, schuld en een soms overweldigend gevoel van onvermogen. Maar dit niet alleen, zonde hangt ook samen met verdwijnen, vergeten en onverschillig worden. Zonde verduistert wat eerder kostbaar, belangrijk en onopgeefbaar leek. Belangrijke waarden verdwijnen in de vergetelheid, alsof ze er nooit geweest zijn. Zonde heeft dus iets verduisterends.
Zonde dreigt voortdurend als een zandstorm aan onze horizon. Als we niet oppassen verdwijnt alles wat ooit belangrijk was spoorloos in de donkere wolk van de zonde. En vergeten we alles wat ooit ‘telde’ tussen God en ons. Je staat als het ware voor een gebroken spiegelbeeld, maar je ziet zelf de scheuren in het beeld niet meer. In jouw ogen is het gaaf en heel. Maar, als je je zonden niet meer kent, hoe zul je er dan ooit vergeving voor kunnen vragen?